Sonderingen in dit proefvak toonden aan dat bij toepassing van deze verdichtingsmethode geen 'dips' voorkwamen. Dit is te verklaren uit het feit dat de door het trekken teweeggebrachte verstoring in het gebied onder de resonator teniet gedaan wordt door het verdichten 'op stuit'. Doordat in een volgende verdichtingsstap een op deze wijze verkregen klankbodem aanwezig is, zal de toegevoegde energie beter benut worden voor de verdichting rondom de resonator. Tijdens de proefperiode was gebleken dat het om een goed verdichtingsresultaat te kunnen bereiken nodig was om de trilmotoren tot boven nominaal vermogen te belasten; hierdoor trad dan ook veelvuldig thermische uitval van de motoren op. Gezien deze ervarin gen is daarom besloten om de naalden van drie in plaats van twee vibratoren te voorzien. Met deze drie vibratoren pertrilnaald is onder zocht wat de invloed van de stramienafstand of horizontale stapafstand is op de verdich tingskwaliteit. Deze vergelijkingsproeven zijn uitgevoerd met een slagkracht van 1200 kN/f 25 hz, een verdichtingsdiepte van 10 m en een horizontale stapafstand van 3,75 m, 4,0 m en 5,0 m. Er werd alternerend verdicht en langzaam getrokken. In figuur 8 zijn de resultaten van de sonderingen in de zwaarte punten van de verdichtingsdriehoeken weerge geven. Het blijkt dat de verdichtingskwaliteit bij een stapafstand van 3,75 en 4,0 m beduidend beter is dan die bij een stapafstand van 5,0 m. Voor de sonderingen in figuur 8 geldt dat de onderkant van de funderingsmat op 25 m beneden N.A.P. komt te liggen. De bepaling van de 'gewogen' conusweerstand dient daarom dan ook vanaf dit niveau te geschieden; de onderbegrenzing is de verdichtingsdiepte. De 'gewogen' conusweerstanden bij deze sonderingen zijn markant: Bij een stapafstand van 4,0 m wordt een conusweerstand verkregen van 14,1 MN/m2, en bij een stapafstand van 5,0 m slechts 9,9 MN/m2. Bij een stapafstand van 5 m wordt de verdichtingseis van 13 MN/m2 dus bij lange na niet gehaald; bij een stapafstand van 4 m ligt de 'gewogen' waarde even boven de eis. Op grond van de opgedane ervaringen gedu rende de proefperiode wordt de verdichting van de ondergrond bij de pijlers voorlopig uitgevoerd met een stapafstand van 4 m. Er wordt alternerend verdicht, terwijl de naalden langzaam worden getrokken, met een verticale stapafstand van 1 m. 426

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1981 | | pagina 20