De 'dips' hebben grote invloed op de 'gewogen' conusweerstand, met name die in de bovenste grondlagen. Er is daarom onderzocht in hoeverre de 'dips' kunnen worden geëlimi neerd met 'alternerend' verdichten. Bij deze methode wordt een maximum vermogen van 2 x 90 kW of een maximale verdichtingstijd van 6 minuten aangehouden. Als de vermogens grens van 2 x 90 kW bereikt wordt binnen de 6 minuten, wordt de naald 1 m getrokken. Als de 2 x 90 kW niet bereikt wordt binnen de 6 minuten dan laat men de naald 0,5 m vieren. Door de reeds bereikte verdichting zal de naald echter niet indalen over deze 0,5 m, maar als het ware 'op stuit' gaan staan: in de bovenste lagen is de indringing 0,2 a 0,3 m, in de diepere lagen 0 a 0,2 m. In deze positie wordt dan voor de tweede keer verder verdicht tot de 2 x 90 kW - of de 6 minuten-grens - weer bereikt wordt. 424 Fig. 6. Invloed van de treksnel- heid op het verdichtingsresul taat. Fig. 7. Invloed van de verticale stapafstand. Fig. 8. Invloed van de horizon tale stapafstand. Het verdichtingsschip 'Mytilus'.

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1981 | | pagina 18