krachten en rekken, in de pennen, het bovendoek
en de drager van de proefmat gemeten, en ook
de in de mat optredende gronddrukken.
Daartoe werden in de proefmat drie meetraaien
geïnstalleerd.
Voor de meting van de krachten in de drager is
een speciale krachtmeter ontwikkeld. Ook de
krachten in de pennen zijn gemeten met een
speciaal voor dit doel ontwikkelde meetpen,
die op een zodanige manier van rekstrookjes
was voorzien dat de invloed van de buiging
werd geëlimineerd en de trekkracht in de pen
direct gemeten kon worden.
De rekken van het bovendoek zijn op verschil
lende manieren gemeten. De gemiddelde rek
werd gemeten met verplaatsingsopnemers.
Van het grootste belang voor het gedrag van
het bovendoek is evenwel ook de plaatselijk
optredende extreme rek, die een stuk hoger
kan zijn dan het gemiddelde. Wanneer ergens
een grote grindkorrel uit de mat steekt bijvoor
beeld, dan zal er rondom die korrel een extra
grote rek optreden. Ook rondom de borgschotels
zullen de rekken plaatselijk groter zijn omdat
deze schotels in het grind worden weggeslagen,
waarbij het bovendoek dus mee moet. Deze
plaatselijke extreme rekken werden zowel met
behulp van stereofoto's als met moiréerasters
gemeten. Met stereofoto's werden de rekken in
het bovendoek in elk meetstadium fotografisch
vastgelegd.
Vooral de rekken rondom de pennen zijn
bepaald met moiréerasters. Bij deze methode
wordt een vast raster met een lijnenpatroon
erop op het bovendoek geplakt. Dit gebeurt in
spanningsloze toestand van het bovendoek.
Tussen de lijnen op het raster is een vaste en
bekende afstand. Wanneer het bovendoek rekt,
rekt het raster mee zodat de afstand tussen de
lijnen groter wordt. Door nu een los doorzichtig
raster op het vaste raster te houden kan de
opgetreden rek eenvoudig worden afgelezen.
De grondspanningen zijn gemeten met grond-
drukdozen die in de filterlagen van de mat
waren geplaatst.
Verder werd tijdens de uitvoering van de proef
de vorm van de kettinglijn tussen helling en rol
vastgelegd. Ook werden de lierkrachten geregi
streerd die nodig waren om de rol in de
verschillende stadia door te draaien. Dit ook
weer om te kunnen controleren of het theore
tisch model aan de verwachtingen voldeed.
De resultaten van de metingen zijn met een
minicomputer verwerkt, waardoor een direct
inzicht werd verkregen in de optredende
krachten en rekken. De gemeten krachten en
rekken kwamen goed overeen met de bereke
ningen van het theoretische model. De gehan
teerde veiligheidscoëfficiënten zijn dus inder
daad aanwezig. Het gedrag van de filtermat
voldeed tijdens het op- en afrollen geheel aan
de verwachtingen.
Er is tijdens de proef geen enkele beschadiging
aan de mat geconstateerd. Na afloop van de
proef is de filtermat geopend. Hierbij is vastge
steld dat het filter nergens ten gevolge van het
op- en afrollen is verstoord of verbroken. De
resultaten van de grote oprolproef wettigen
dan ook het vertrouwen dat de filtermatten
zonder externe beschadigingen of interne
verstoringen van de filteropbouw op de bodem
van de Oosterschelde kunnen worden aange
bracht.
Onderloopsheid
Een van de andere aspecten die nader moest
worden onderzocht, is de mate waarin de mat
aan zijn functie voldoet. Een groot probleem
vormde de onderloopsheid van de filtermatcon-
structie. Het ging om de vraag, of de relatief
stijve filtermat in staat zou zijn onvlakheden
van de bodem goed te volgen, dat de fundering
zijn primaire functie, te weten het vasthouden
van het onderliggende zand, ook inderdaad
afdoende vervult. De stijfheid van de mat
wordt veroorzaakt door het verpakkingsmateri
aal: doeken, korven, pennen enzovoort. Deze
elementen geven, zoals we gezien hebben de
mat de benodigde sterkte en samenhang
tijdens de transport- en de legfase, maar
daarna vervullen ze geen functie meer. Het zou
prettig zijn als deze materialen onmiddellijk na
het leggen door de corrosieve werking van het
zeewater zouden oplossen. Maar dat zal niet
gebeuren, zodat het onvermijdelijk is het effect
van de verpakkingsmaterialen op de eigen
schappen van de fundering serieus in beschou
wing te nemen. Door de verpakkingsmaterialen
bezit de fundering een zekere stijfheid en
daardoor is hij niet in staat alle oneffenheden
van de ondergrond volledig te volgen. Gevolg
is, dat de filtermat lokaal de ondergrond
overspant, waardoor eronder holle ruimten
ontstaan.
Fig. 3. De funderingsmat
tijdens verscheidene stadia
van de verwerking.
358