verhelping van het euvel draaide de totale bronnering weer op 12 april; op 12 april kon tevens begonnen worden met de open bemaling van het water uit de bouwput zelf. Het tempo van leegpompen van de bouwput moest in de hand worden gehouden, omdat er, in verband met stabiliteitseisen, geen water mocht uittreden in de taluds. De grondwaterstandsda ling moest steeds voldoende voor blijven op de waterstand in de bouwput. Aanvankelijk gaf dit problemen, omdat de capaciteit van de open bemaling te groot was zodat hij veelvuldig stopgezet moest worden. Later werd het debiet geknepen tot ongeveer de helft en toen kon regelmatiger doorgepompt worden. Op 18 mei 1979 werd de open bemaling gestopt; de bouwput was toen nagenoeg leeg. In 40 dagen was de waterstand in de bouwput 12 m verlaagd, gemiddeld per dag 30 cm. Overzicht van de bronbemaling en de open bemaling, begin mei 1979. De open bemaling is gevorderd tot ongeveer halverwege. Fig. 4. Het bemalingsbedrijf en de werkelijke totaaldebieten in de periode april 1979—april 1981. 388

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1981 | | pagina 38