laag naar dit diepste pakket toe te voeren, teneinde geen wateruittreding op de binnenta- luds van de bouwput te veroorzaken. Daarvoor werden dicht bij de bemalingsputten zandpalen aangebracht. In een bepaald stramien werden in 4 rijen, op afstanden van 3 meter onderling, boorgaten gemaakt die met goed waterdoorla- tend, grof zandmateriaal werden gevuld over een hoogte van maaiveld tot N.A.P. -20 m. Hiermee werd de genoemde semi-permeabele laag doorboord en nu kon het grondwater uit het bovenpakket zo veel mogelijk naar het dieper bemalen zandpakket stromen. Hiermee werd tevens voorkomen dat het bovenste zandpakket apart bemalen moest worden. Vanwege de semi-permeabele laag, zo bleek later uit de grondwaterregistraties, gingen de twee zandpakketten hun eigen grondwaterstijg- hoogte voeren. Er konden zelfs plaatselijk twee verschillende vrije grondwaterspiegels optre den, één in het bovenste en één in het onderste zandpakket. De weerstandswaarde van de semi-permeabele laag, bleek uit de grondwater- stijghoogteregistraties, verschilde nogal tussen de west- en oostkant van de bouwput; aan de oost- en noordzijde van de bouwput was de stijghoogte veel groter dan elders. Dat er geen aanvullende aparte bemaling in het bovenpakket nodig was kan inderdaad mede een gevolg van de goede werking van de zandpalen zijn geweest, maar zekerheid is daarover niet verkregen omdat de weerstands- waarde van de semi-permeabele laag op vele plaatsen meeviel, zodat ook via deze laag over een grote breedte toch wel watertransport naar beneden mogelijk bleek. Of het grondwater transport dan via deze semi-permeabele laag of via de zandpalen geschiedde, is niet duidelijk uit te maken. De niet-stationaire fase Voorafgaand aan de start van de bemaling werd eerst gedurende enkele dagen zeer frequent de grondwaterstijghoogte in de peilbuizen waargenomen. Dit had tot doel de getijdoorwerking of getijdemping ter plaatse van de peilfilters nauwkeurig te onderzoeken. Met de gevonden maat voor de getij-invloed kon men in de latere registraties bij het tijdstip van meten rekening houden. Uit de voorwaar nemingen bleek al duidelijk een verschil in getijdemping tussen de meetpunten in het bovenste en die in het onderste te bemalen zandpakket. Dit verschil wordt veroorzaakt door de semi-permeabele tussenlaag. Het bovenpakket bevat freatisch water en daardoor is de getijdemping erin sterker; in dit bovenpakket werd nog slechts een getij-ampli tude gemeten tussen 3 a 10% van het werkelijke getij. Het diepe zandpakket bevat semi-span- ningswater; het grondwater zit in dit pakket als het ware meer opgesloten en volgt daardoor de getij-invloed meer dan in het bovenpakket; in dit diepe zandpakket werden nog getij-ampli tudes gemeten van 15 a 25%. Uit de voorwaarnemingen bleek bovendien het sterk afgevlakte karakter van de laagwaterperi- ode ter plaatse van de peilfilters; het laag-water ijlt als het ware sterk na en is opmerkelijk gedempt. Dit wordt veroorzaakt door de langgerekte vlakke vooroevers buiten de ringdijken. De bouwput is immers aangelegd op de natuurlijk gevormde Plaat van de Vliet, die zich ver uitstrekt. De getijbeweging reikt alleen gedurende de hoogwater-periode tot aan de buitenteen van de ringdijk. In de laagwater-periode vallen de zandplaten over een grote lengte droog. Het grondwater in de hoge vooroevers kan gedurende de laagwater- periode niet snel genoeg naar de ver weg gelegen geulen wegstromen en zo blijft een verhoogd grondwaterniveau gelden als randvoorwaarde voor de grondwater-stroming van en naar de bouwput; er ontstaat een op laagwater afgekapte getijkromme waarvan bovendien de middenstand 40 tot 70 cm hoger ligt dan normaal. Op 6 april 1979 werd de bronbemaling op de bouwput gestart. Er werden frequent grondwa terpeilingen uitgevoerd om de start zo goed mogelijk te volgen. Deze start-meetcyclus werd tijdelijk doorbroken toen op 7 april moest worden geconstateerd dat de buitenteen met vooroeverbestorting plaatselijk te ernstig door de uitstortende waterstraal werd aangetast; de bronnering moest gedurende een weekend gedeeltelijk worden stopgezet. Na reparatie en 387

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1981 | | pagina 37