H.W N AP 1.90 m buiten de bouwput werden continu registreren de peilschrijvers gemonteerd. Het principe daarvan berust op de overbrenging van de hoogte van een drijvende vlotter in de peilbuis. Bemalings- en getij-invloeden kunnen er continu in de tijd mee worden geregistreerd. Een tweede grootheid die in het meetprogram ma werd opgenomen, was een nauwkeurige debietbepaling door continue registratie van de totale hoeveelheid opgepompt water. Bij het opzetten van het meetprogramma bleek al snel dat debietmetingen in het algemeen veel te onnauwkeurig geschieden. Maar hier werd een methode van debietmeten gezocht, die aan hoge eisen van nauwkeurigheid voldeed. Als beste meetinstrument bleek de Thomson meetoverlaat uit de bus te komen. Aan de buitenkant van de dijktaluds werden derhalve meetbakken van dit type gebouwd, in totaal 9 stuks. Zo'n Thomsonoverlaat is een driehoekvormige overlaat met een hoek van 90° en scherpe overstortranden. Door hoogte meting van de waterstand op korte afstand vóór de overstortrand wordt een maat gevonden waarmee met een formule het debiet tot op 3 a 5% nauwkeurig kan worden vastgesteld. In verband met de korte duur van de open bemaling is daarvoor geen afzonderlijke Thomson-meetbak opgesteld. Het debiet van de open bemaling werd vastgesteld met een elektromagnetische inductieve debietmeter, gemonteerd in de afvoerleiding. De meting bleek nauwkeurig tot op een half procent. In de beginfase werd intensief gepeild en geregi streerd, in een later stadium, toen de stationaire fase van de bemaling was ingetreden, werden de meetactiviteiten wat beperkt. Op grond van de metingen kon begin 1980 een rapport 385

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1981 | | pagina 35