sluitgaten Hammen en Schaar van Roggeplaat. Iedere sector is geschematiseerd tot een eenvoudig bodemprofiel (fig. 5). Per sector spelen een groot aantal verschijnse len een rol waarvan de samenhang uit litera tuurgegevens niet bekend was. In het wiskundig model FILTER is nu een wiskundige beschrijving gegeven van de bouwstenen die worden opgesomd in figuur 6, en tevens van de samenhang tussen de diverse processen. Een belangrijke veronderstelling in het FILTER- model, is dat de golfenergie vanuit de Noordzee zich via de banken en geulen tot aan de Oosterschelde-kering voortplant zonder dat de richting noemenswaard verandert. Hierdoor kan de richtingssector van de golven worden gebruikt om het energieverlies van de golven te berekenen. Voor de beschrijving wordt het onregelmatige, chaotisch lijkende golfbeeld van de zee geschematiseerd tot één sinusgolf met een periode gelijk aan de gemiddelde periode van de golven, en een golfhoogte gelijk aan de significante golfhoogte, dat is het gemiddelde van het hoogste derde deel der golven. Zo'n drastische vereenvoudiging van het golfbeeld tot een gemiddelde golf levert vaak goede resultaten op, omdat ze de effecten gemiddeld goed beschrijft. Door vergelijking van modelresultaten met metingen kan worden aangetoond dat deze vereenvoudiging goed bruikbaar is. Het traject dat de golven afleggen is verdeeld in kleine stapjes. Per stapje wordt berekend hoeveel energie de gemiddelde golf van het ene roosterpunt naar het volgende brengt en hoeveel energie hij aan de bodem afstaat. Dat er energie aan de bodem wordt afgegeven komt omdat niet alleen het water aan het Fig. 5. Geschematiseerd bodemprofiel van sector IV. Fig. 4. Golfrichtingssectoren in de mond van de Ooster- schelde. 4 379

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1981 | | pagina 29