omvat in dit geval alle tijd die ligt tussen 1,5 meter vloed- en 1,5 meter ebstroom. Gemiddeld duurt een kenteringsvenster van 1,5 meter/seconde stroom drie uur. Voor een enkele ankerdraadkoppeling is ongeveer 1 uur nodig, zodat in één venster drie draadkoppelin gen met één vaartuig kunnen worden uitge voerd. Tot op heden waren de te behandelen vaartui gen voornamelijk: het verdichtingsschip Mytilus', de dustpanzuiger 'Sliedrecht 27', de afvierpontons en het multi-functionele werk- schip 'Jan Heymans'. De 'Mytilus' is uitgerust met acht ankerdraden, en de overige vaartuigen net zes draden. Om een vaartuig uitgerust met 8 ankerdraden e behandelen, zou rekening houdend met kenteringsvensters van 3 uur en één enkele draadbehandeling per uur, 14 uur tijd gemoeid ijn. Met behulp van twee ankerbehandelings- /aartuigen vergt hetzelfde werk ongeveer 7 uur. n de nabije toekomst echter zal de ankerbehan- feling veel intensiever worden en de stroom iterker. De combinaties 'Jan Heymans'/'Cardium' voor iet aanbrengen van de fundering. 'Macoma DOS I' voor het leggen van de tegelmat en Wlacoma'/'Ostrea' voor het plaatsen van de tijiers vergen ieder al 16 ankerbehandelingen. Behalve genoemde combinaties komen er in Ie naaste toekomst nog meer vaartuigen in de Dosterscheldemond. Bij de uitvoering van de irempel werkt men voornamelijk met afvierpon- ons en bij het plaatsen van de dorpelbalken oornamelijk met de 'Taklift IV' en de Taklift I'. ot op heden werden de ankerbehandelingen erricht met twee daartoe aangepaste vaartui en geassisteerd door sleepboten en boegbak- :en. Daar is nu op ruime schaal ervaring mee 'pgedaan. Op basis van deze ervaring en met iet oog op de toekomstige groei van de ctiviteiten is besloten tot de bouw van een lieuw en specifiek voor de ankerbehandeling itgerust vaartuig, de'Area' (Ark). )e 'Area' moet aan talrijke ontwerpeisen oldoen: Het schip moet een geringe hoogte ebben en een geringe diepgang, maar toch eewaardig zijn onder op de Oosterschelde eersende omstandigheden, aarbij manoeuvreervaardig in sterke stroom- ebieden. Het moet beschikken over een etrekkelijk lang werkdek en uitgerust worden .et een hekrol, een kraan, een sleeplier en een pspoellier. De paaltrektenslotte moet minstens 20 ton bedragen. Te ontwerpeisen hebben geleid tot de volgende jofdgegevens van de 'Area': lengte: 30 meter, breedte: 10 meter, holte: 3,50 meter, diepgang: 2,20 meter, kruiplijn: 6,50 meter. De lengte van het vaartuig wordt voornamelijk bepaald door de lengte van het werkdek. Om de boei en de ballastplaat aan dek te halen en voldoende werkruimte over te houden is minimaal een werkdek van 11 meter vereist. De opstelling van lieren, dekhuis en werkruimte op het voorschip hebben de totale lengte van het vaartuig op 30 meter gebracht. De breedte van het werkdek wordt bepaald door de breedte van de werkankers. Dit resulteert in een totale breedte van 10 meter. Om tenminste 12-tons ankers aan dek te kunnen vervoeren en overboord te kunnen laden of lossen wordt het vaartuig uitgerust met een 75 ton/meter kraan, waarmee maximaal 15 ton gewicht over 5 meter afstand van het hart van de kraan kan worden opgepakt. De 367

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1981 | | pagina 17