De besturing van de Krammersluizen
De Krammersluizen voor duwvaart in de Phi-
lipsdam worden voorzien van een zout/zoet-
scheidingssysteem. Het rendement van dit
systeem kan worden verhoogd door ade
quate instrumentatie en een goed geregelde
besturing. Het gaat daarbij steeds om een
bepaalde fase van de schutcyclus, die van
het uitwisselen van zout en zoet water in de
kolk, bij gesloten sluisdeuren.
De instrumentatie kan erop gericht zijn de
beweging van de grenslaag tussen zoet en
zoutte volgen, dan wel slechts signaleren
wanneer die voldoende gezakt is; of ook om
het debiet van de afvoerriolen te volgen, of
te signaleren wanneer het voldoende groot
is. Gegeven een aantal onzekerheden over
het effect van het zoutbezwaar en het zoet-
waterverlies, is besloten de keuze van het
besturingssysteem en de instrumentatie
nog een aantal jaren uit te stellen.
De jachtensluizen in de Philipsdam
Naast de sluizen voor de beroepsvaart in de Phi
lipsdam worden twee jachtensluizen gebouwd,
ieder met een kolk van 75 bij 9 m. Het betonwerk
wordt uit kostenoverwegingen gemaakt in sa
menhang met dat van de sluizen voor de be
roepsvaart, maar voorlopig wordt nog maar één
jachtensluis operationeel.
De behoefte is bepaald op grond van de plezier-
vaart door de Volkeraksluizen. Het aantal sluis-
passages blijkt snel Ier te groeien dan het boten-
bezit. In 2000 zullen 60 a 80 000 jachten per sei
zoen de Philipsdamsluizen willen passeren.
Ook de jachtensluizen worden uitgerust met
een zout/zoet-scheidingssysteem, van het type
'Kreekrak'. De jachtensluizen krijgen voorha
vens en een vaste overbrugging.
Dimensionering van het Spuikanaal Bath en
van de Bathse Spuisluis
De Spuisluis wordt een kokersluis met vrije
waterspiegel. Hij wordt ingebouwd in de
Westerscheldedijk, en krijgt tien uitstroom
openingen met dubbele deuren en een
drempel op N.A.P. 5 m. Erachter wordt
een uitstroomconstructie aangelegd en een
stortebed, om bodem-erosie tegen te gaan.
Het werkeiland voor de Oesterdam
Het werkeiland dient voornamelijk als plaats
waar in den droge een schutsluis kan worden
aangelegd. De werkhaven aan de westzijde kan
later dienen als voorhaven voor de sluis.
De uitvoering geschiedde op een alternatieve
manier, voorgesteld door de aannemer, tegen
een lager bedrag dan alle overige inschrijvin
gen. De alternatieve werkwijze bestond daarin
dat het werkeiland in eerste aanleg geheel zon
der perskaden werd opgespoten.
Het ontwerp van de Markiezaatskade
De westelijke Markiezaatskade zorgt ervoor dat
het oppervlak van het gebied dat door de Oes
terdam moet worden afgesloten, bij voorbaat al
is gehalveerd; ook wordt de hinder voor de
scheepvaartop de Schelde-Rijnverbinding min
der.
Van de drie alternatieven voor de kade is dat ge
kozen waarbij de sluitkade tijdelijk doorlatend
blijft. De overgang naar de nieuwe situatie op
het Markiezaatsmeer verloopt daardoor gelei
delijker. Na de sluiting van de Oesterdam kun
nen de kaden om het Markiezaat worden ver
laagd, en kan veel materiaal worden terugge
wonnen.
Deze werken moeten het Zoommeer een af
watering verschaffen op de Westerschelde.
De capaciteit zal, vooral uit een oogpunt van
kwaliteitsbeheer, voorlopig 100 m3/s moe
ten zijn, later uit te breiden tot 150 m3/s. Het
kanaal en de sluis worden zo uitgevoerd dat
die latere uitbreiding mogelijk is.
Het Spuikanaal zal het aanzien krijgen van
een vliet met brede rietkragen en recreatie
oevers, waarin het water langzaam voort-
stroomt. Nemen de stroomsnelheden later
ten gevolge van de capaciteitsvergroting
toe, dan moeten de oevers wellicht worden
verdedigd tegen erosie.
348