Het Deltaplan als leerschool
voor de aanpak van milieu- en
inrichtingsvraagstukken
1 ;n jaar lang maakt de hoofdafdeling Milieu
e Inrichting nu deel uit van de Deltadienst;
t n periode waarin eigen visies en methoden
c twikkeld moesten worden om de problema-
t ;k aan te pakken waarmee men werd gecon-
f nteerd. En deze ontwikkeling is nog niet ten
t ide.
aarom kan gesteld worden dat het Deltaplan
en ononderbroken leerschool is geweest voor
ïilieu- en inrichtingsvraagstukken, en dat in
vezen nog steeds is. Welke ontwikkelingen, zo
an men zich afvragen, hebben zich in die
ren voorgedaan en welke lering is daaruit te
ekken met betrekking tot de aanpak van de
v raagstukken?
e problematiek waarmee men wordt gecon-
onteerd, vloeit voort uit het feit dat het er
nerzijds om gaat de kennis van de ecosystemen
n van de maatschappelijke belangen die in
et geding zijn zó in te brengen dat in de
arschillende fasen van de uitvoering der
erken steeds goed gefundeerde beslissingen
jnnen worden genomen; anderzijds moeten
i e verkregen kennis en de verworven inzichten
worden uitgewerkt dat een optimale
^sluitvorming wordt bereikt, in het belang
jn het integraal functioneren van de beïnvloe-
c e gebieden,
e taak van milieu- en inrichtingsdeskundigen
oudt mede in dat zij door studie en onderzoek
i ?n goed inzicht verkrijgen in de relaties
ssen de waterbouwkundige werken en de
c ebieden waarin ze worden uitgevoerd, en
ia aarvan ze later deel zullen uitmaken, als
amenten met bepaalde functies en mogelijk
heden.
het Deltaplan moeten voortdurend verstrek-
I nde beslissingen worden genomen. Zo
k am, vroeg of laat, de onvermijdelijke vraag,
c en zo ja op welke manier de Oosterschelde
moest worden afgesloten. En toen dat eenmaal
b slist was, moest worden uitgemaakt hoe
g ot de doorstroomopening zou zijn in de
0 sterschelde-kering, welke tracés exact
n esten worden getrokken voor de comparti-
menteringsdammen, waar en op welke manier
zand kon worden gewonnen en specie kon
worden gedumpt. En hoe moest de inrichting
en vormgeving van de waterbouwkundige
werken er uitzien?
Al deze beslissingen, hoe verschillend ook van
grootte-orde, kunnen stuk voor stuk belangrijke
consequenties hebben voor de ontwikkelings
mogelijkheden van de nieuwe ecosystemen,
voor de gebruiksmogelijkheden van de in te
richten en te beheren gebieden en, in relatie
daarmee, voor het functioneren van de
waterbouwkundige werken zelf.
Milieu- en inrichtingsdeskundigen bestuderen
de consequenties en geven er naar beste
weten een beschrijving van, die ze inbrengen
bij het besluitvormingsproces, om op die
manier in gezamenlijke verantwoordelijkheid
met de waterbouwkundigen keuzes voor te
bereiden en besluiten te nemen in de voorbe-
reidings-, ontwerp- en uitvoeringsfase van de
waterbouwkundige projecten.
Deze beslissingen worden voorbereid in
afzonderlijke, probleemgerichte projectgroe
pen. Het is bij dit werk in de afgelopen jaren
wel gebleken dat milieu- en inrichtingsdeskun
digen vanaf de eerste opzet bij de projectgroe
pen betrokken dienen te zijn. Slechts op die
manier komt de medeverantwoordelijkheid
goed tot haar recht en kan vanuit het oogpunt
van milieu en inrichting meegezocht worden
naar de oplossing van problemen. Pas dan is
een zo breed mogelijke probleem-analyse
gegarandeerd, en een zo diep mogelijke
onderbouwing bij het stellen van alternatieven
en de uitwerking van de mogelijke oplossingen.
Uit de relatie tussen de waterbouwkundige
werken en de gebieden die erdoor worden
beïnvloed, komen milieu- en inrichtingsvragen
287