1 de tweede fase wordt het gekozen alternatief
details uitgewerkt. Er zullen dan exacte
acés en locaties voor de dammen en de
nstwerken moeten worden gekozen. Verder
orden al de te bouwen elementen en détail
tgewerkt tot ze besteksklaar zijn. In deze fase
verheerst het technisch aspect als regel sterk
ver de andere. Toch is ook dan een milieu-
ndige inbreng essentieel, om te zorgen dat
in het geding zijnde milieuwaarden zo min
ogelijk worden benadeeld, en nieuwe
ogelijkheden voor het milieu zo goed
ogelijk tot hun recht komen, althans niet
orden geblokkeerd. Door de uitvoering van
werken ontstaan nieuwe milieus, met
euwe randvoorwaarden, waarbij de te
ouwen kunstwerken onder meer kunnen
orden gezien als gereedschap om de nieuwe
lieus mee te beheren. Het gereedschap zal
ar dan wel geschikt voor moeten zijn.
arvoor moet al worden gezorgd in de
twerpfase. Om de milieubelangen veilig te
■llen moet, behalve naar de bouw zelf, ook
rk worden gekeken naar hetgeen er in de
ekomst in de beïnvloede gebieden zal
nnen gaan plaatsvinden, en hoe daarop kan
>rden ingespeeld. Belangrijk is het in deze
se ervoor te zorgen dat in de ontwerpen
veel mogelijk vrijheden worden ingebouwd
or een mogelijk in de toekomst gewenste
stelling van het beheer,
kan goed geïllustreerd worden aan het
twerp van de Oosterschelde-kering. Belang
de vragen met betrekking tot het concrete
twerp waren bij voorbeeld: Moet de kering
dan niet op stroom gesloten kunnen worden?
Welk stagnant peil moet er in de Ooster-
helde kunnen worden aangehouden, opdat
t milieu zo min mogelijk schade lijdt tijdens
gnante perioden?
t antwoord op deze vragen, dat tot uitdrukking
■mt in het ontwerp van de stormvloedkering,
s onder meer belangrijk voor de keuzevrijheid
het opzetten van een stelsel van beheers-
aatregelen. Aangezien het in de ontwerpfase
et mogelijk was om al nauwkeurig te voor
ellen wat de consequenties voor het milieu
uden zijn van bepaalde vormen van beheer,
s het dus nodig om deze vragen zo te
antwoorden dat een groot aantal beheers-
ernatieven mogelijk bleef. Bovendien blijft
t daardoor in de toekomst mogelijk om een
nmaal gekozen beheer naderhand bij te
ellen, als dat noodzakelijk blijkt te zijn.
nuit de milieu- en inrichtingskunde zijn
der meer belangrijke bijdragen geleverd
n de tracékeuze voor de compartimenterings-
mmen en het Spuikanaal Bath, aan de
slissing om het Markiezaat al dan niet te
omkaden, en aan bepaalde ontwerp- en
vormgevingsaspecten van de Oosterschelde-ke
ring.
De vormgeving en landschappelijke inpassing
van de kunstwerken en dammen bevindt zich
gedeeltelijk nog in de ontwerpfase; het
ontwerp van de kunstwerken en dammen zelf
is in een vergevorderd stadium.
In de derde fase vindt de feitelijke bouw plaats.
Bij een complex project als de Deltawerken
overlappen de ontwerp- en uitvoeringsfase
elkaar gedeeltelijk, en wel in die zin dat
sommige elementen al worden gebouwd,
terwijl andere nog in de ontwerpfase verkeren.
Ook in deze fase overheerst het technisch
aspect. Daarnaast zijn er evenwel ook belangrij
ke milieu-aspecten. We denken bij voorbeeld
aan de zandwinning en specieberging, de
tracering van hulpwegen en hulpbruggen en
het gebruik van bepaalde oeververdedigings-
materialen. Ook kunnen zich tijdens de bouw
onverwachte ontwikkelingen voordoen, waar
belangrijke gevolgen uit voortkomen voor het
milieu.
Wanneer de bouwactiviteiten geen of onvol
doende milieukundige begeleiding zouden
krijgen, kan dat ernstige negatieve consequen
ties hebben voor het milieu, die met een goede
begeleiding best voorkomen kunnen worden.
Bij de zandwinning is bij voorbeeld de keuze
van winlocaties belangrijk, evenals de wijze
waarop het zand gewonnen wordt.
Wanneer er zand wordt gewonnen door op één
plaats een diepe zuigput te maken, dan kan ter
plaatse regelmatig ongewenste stratificatie van
het water optreden met als gevolg zuurstof-
armoede nabij de bodem. Wordt bij de zand
winning daarentegen een zadel, een verhoogde
rug tussen twee diepe, geïsoleerde putten
weggezogen, dan kan de watercirculatie juist
worden verbeterd, zodat de vroeger in deze
putten optredende stratificatie verdwijnt.
Als de kunstwerken en dammen in het Deltage
bied gereed zijn om te worden overgedragen
aan de uiteindelijke beheerder, zal het werk
van de milieukundige nog lang niet afgelopen
zijn. Aan de ene kant is er dan een aantal
kunstwerken ontstaan, waarvan het gebruik
grote invloed kan hebben op het milieu.
Anderzijds zijn er nieuwe milieus ontstaan, met
nieuwe functies, waarvan de ontwikkeling met
behulp van de nieuwe kunstwerken intensiever
kan worden beïnvloed dan voorheen. Voor de
kunstwerken zowel als voor de nieuwe milieus
kan de nieuwe wijze van functioneren niet van
de grond komen zonder beheersplannen.
In de beheersplannen voor kunstwerken kan
voor zoveel mogelijk verschillende situaties
237