eerste instantie is in een golfgoot een tweedi- ensionaal model onderzocht. Dit onderzoek ad een oriënterend karakter. Na verdere uit- erking van het ontwerp is een driedimensio- aal modelonderzoek uitgevoerd op schaal 60. Het driedimensionale onderzoek is vooral aricht geweest op het golf beeld rondom de amaanzet, de golfbelasting op de brugligger, e stabiliteit van de omkegelingen rond de rand- jler onder extreme condities, op de stabiliteit an de breuksteen op de bermen en taluds van damaanzetten en ten slotte op de stabiliteit in de breukstenen dam zelf. de proefopstelling is de situatie op Noord-Be land ingebouwd. De constructie moet op deze aats aan de zwaarste belastingen het hoofd jnnen bieden. Door aanpassing van het golf- atroon en draaiing van het model ten opzichte an de inkomende golfrichting is inzicht verkre- an in de benodigde sterkte van de constructies a de vijf overige locaties, et onderzoek naar het golfbeeld bij de dam- anzet heeft ons informatie verschaft voor de Blasting op het landhoofd. j de beproeving bleek weliswaar water tegen a over de brugligger te slaan, doch dit lag bin- i sn aanvaardbare grenzen. e stabiliteit van de omkegelingen bij een wei- arende schuif gaf geen bijzondere problemen, i e stukgewichten van de stenen in de toplaag an de omkegeling kunnen dus van dezelfde or- van grootte zijn als die in de toplaag van de empel. oor de stabiliteit van de breukstenen op ber en en taluds aan de zeezijde blijkt voor een - ael de situatie bij lagere waterstanden maatge- and. De breukstenen dam is evenals de andere er besproken constructies onderdeel van een imaire zeewering, en moet als zodanig vol- ons de Deltawet volledig bestand zijn tegen ormvloeden met een overschrijdingsfrequen- e van 1/4000 keer per jaar. Dit houdt in dat de onstructie eerst bij een hogere stormvloed ag bezwijken. De probabilistische ontwerpbe- adering vereist de bepaling van een bezwijk- ans van de constructie. De faalkans wordt be kend uit de kansverdelingen van de belasting 3. Overzicht van de land- >fdconstructie. enerzijds en de sterkte van de breukstenen dam anderzijds. Voor het modelonderzoek betekende dit, dat er proeven moesten worden uitgevoerd met hoge re waterstanden en bijbehorende golven dan de theoretisch maatgevende, om daardoor alle on zekerheden te ondervangen die in het ontwerp komen door schaaleffecten, afwijkingen van steengrootten, dichtheden en uitvoeringstole ranties. Bij hogere waterstanden gaat er water over de breukstenen dam heen stromen, en daardoor ontstaan er andere belastingssituaties, die dan maatgevend worden voorde stabiliteit van de steen in kruin en binnentalud. Met behulp van een theoretisch model en de modelproeven is voor de toplaag van de breuk stenen dam een relatie opgesteld tussen de waterstand met bijbehorende golfen het pro- du kt van dichtheid en afmeting van de te gebrui ken breuksteen. Aan de hand van kostenramin gen voor breukstenen dammen met verschillen de hellingen van het binnentalud en diverse stuk gewichten van de steen in de toplaag is vervol gens een relatie opgesteld tussen faalkans en kosten. Uiteindelijk is per locatie gekozen voor een faal kans die past in de faalkansbeschouwing voor de gehele stormvloedkering. Voor de breukstenen dammen kwam de bereke ning uit op een helling 1 2,2 voor het binnenta lud met steengewichten van 20-25 ton in de zwaarst belaste situatie, en een helling 1 1,5 met steengewichten van 15-20 ton opdeminder zwaar belaste plaatsen. De dichtheid van de breuksteen in de toplaag bedraagt steeds 2950 kg/m3, dat komt overeen met die van leverbare steen uit bekende groeven. Een vergelijking tus sen betonkubussen en breukstenen is in het voordeel van breuksteen uitgevallen. De verhouding tussen de steengewichten van de opeenvolgende lagen in de dam is ongeveer 1:10, waarmee wordt voldaan aan defiltereisen. De stabiliteit van de afzonderlijke stenen is in hoofdzaak onderzocht in het hydraulisch model. Daarnaast is met grondmechanische rekenmo dellen de totale stabiliteit bestudeerd. Bij het ontwerp is ook nog gekeken hoe belang rijk de doorlatendheid van de breukstenen dam zou kunnen afnementen gevolge van mossel- aangroei. Dit blijkt echter geen maatgevende invloed uit te zullen oefenen. De damaanzetten, landhoofden en breukstenen dammen worden betrokken in het voor de stormvloedkering opgezette hydraulisch bouw- fasenonderzoek. Dit modelonderzoek levert in formatie over stroom snel heden, waaraan gege vens worden ontleend betreffende aanzanding, erosie en belasting tijdens de uitvoering. 201

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1980 | | pagina 31