NIEUW TE LEGGEN STROOK VERDEELMOND TOEVOERPIJP 5, 00 m LAATST GELEGDE STROOK werkdag geïnspecteerd door duikers. Deze vi suele inspectie kan niet meer zijn dan een steek proef. Door het hoge slibgehalte van het water kan een duiker namelijk maar een klein stukje asfaltmastiek tegelijk zien, en de inspectietijd is beperkt tot een korte periode rondom de stroomkentering. Ten slotte wordt achteraf de dikte van het mastiek op vele plaatsen gemeten met een sonderingsapparaat. Dat geeft een idee over de spreiding van de totale laagdikte. Een ander gevaar treedt op als de dakpansge wijs over elkaar liggende stroken niet aan elkaar vast smelten, doch van elkaar gescheiden blij ven, bij voorbeeld door een laag zand. Om dat gevaar te onderzoeken zijn proeven op ware grootte gedaan in de stroomgoot in Lith. In die goot kan een stroomsnelheid van 5 m per seconde bereikt worden. Het bleek dat een strook asfaltmastiek onder al le omstandigheden stabiel blijft als hij op een schone asfaltmastieken ondergrond is gegoten. Dan smelt hij vast aan de laag eronder. Maar als hij van die onderlaag gescheiden blijft door een laagje zand, hoe dun ook, dan klapt hij al om bij een stroomsnelheid van 1,5 tot 2 m per secon de, loodrecht op de rand. Dat is niet toelaatbaar, ondanks het feit dat het water in werkelijkheid niet loodrecht op de rand zal aanstromen, maar scheef. De stroken asfaltmastiek worden name lijk evenwijdig aan de hoofdstroomrichting gelegd. Maar de stroomrichting kan daar plaat selijk sterk van afwijken. In een goot in het Wa terloopkundig Laboratorium in De Voorst is na gegaan in welke mate de stroomkracht op een rand afneemt als het water niet loodrecht, maar scheef op de rand aanstroomt. Die reductie bleek hier niet voldoende. Dus moet beslist ver meden worden dat een strook volledig geschei den blijft van de strook eronder. 190 Fig. 1. Principe van de opbouv van het asfaltmastieken storte bed. Bij verdere proeven in Lith bleek echter ook, da de situatie veel gunstiger wordt als zo'n strook mastiek slechts gedeeltelijk door zand geschei den wordt van de laag eronder, maar er gedeel telijk toch ook aan vast kan smelten. Op basis van die informatie wordt de mogelijkheid dat e wat zand terechtkomt op een juist gelegde strook asfaltmastiek, vlak voordat de volgende strook wordt aangebracht, aanvaardbaar ge acht. Voorwaarde is wel, dat die laatste strook niet later dan ongeveer een uur na de vorige wordt gelegd. Als er een langere periode tusse t zit, moet het eventueel op de laatste strook ge- sedimenteerde zand verwijderd worden. De 'Jan Heymans' is daartoe uitgerust met eer stel spuitlansen. Aan het begin van elke dag vaart het schip een of twee keer over de laatst aangebrachte strook, om met een lucht-water- mengsel het eventueel aanwezige zand groten

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1980 | | pagina 20