op hoogte te brengen door 8 tot 12 hopperladin gen op één plaats te klappen. Het bleek dat met deze werkwijze op de stortlocatie in de cunetbo- dem enkele meters diepe kraters ontstonden. Het zand werd afgezet op de taluds van het cu- net terwijl de cunetbodem werd verdiept. Daar na werden op één punt nog slechts 1 a 2 hop perladingen geklapt. Het opgeklapte profiel kreeg hierdoor de vorm van figuur 3 (rechts). Op het stortpunt werd zodoende op de taluds de maximale sedimentatie bereikt; een vlak bo demprofiel echter werd niet verkregen. Op grond van deze ervaringen werd nu de vol gende werkwijze toegepast om de cunets vol te krijgen. Eerst werden op één plaats twee hopperladin gen gestort. Uit echolodingen was gebleken dat de sedimentatiesfeer van het geklapte fijne zand een cirkel was met een straal van 100 m. g. 1 Noodzakelijke ontgra- ng en zandaanvulling in de uitgaten van de Ooster- schelde. g.2. Doorsnede van de ondverbetering. 185

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1980 | | pagina 15