deze periode, wat ongeveer overeenkomt met
de lodingsonnauwkeurigheid. Hierbij bleek dat
Ie diepteveranderingen in vrijwel het gehele
;ebied groter waren dan 30 cm. In ongeveer de
.elft van het beschouwde gebied waren de ver-
nderingen groter dan 1 m. Op grond hiervan is
esloten de ontwikkelingen in het gehele ge-
ed te volgen. De raaien werden uitgezet op
en onderlinge afstand van 500 m. Op grond
an de ontwikkelingen in deze raaien werden
a extrapolatie de in 1982 te verwachten geul-
rofielen bepaalde (fig. 4). Met behulp van de al
ius bepaalde profielen is een dieptelijnenkaart
oor de bodem ligging van 1982 geconstrueerd.
lorfologische ontwikkelingen
de sluitgaten is de bodem na 1973 vastgelegd
net een bodembescherming. Thans is deze bo
-v;"-4
V
-\\/\
X
c
VI,1/
4U
1 fl-'
li
dembescherming tot 600 m uit de as van de
Oosterschelde-kering aangebracht. Bij voor
gaande studies is aangetoond dat er een na
tuurlijk evenwicht bestaat tussen getijvolume
en doorstroomoppervlak. Daar het getijvolume
van de Oosterschelde in de afgelopen jaren
steeds verder is toegenomen, zijn de vastgeleg
de doorstroomoppervlakten kleiner dan de op
pervlakten in een evenwichtssituatie. Om deze
reden zullen in de sluitgaten geen aanzandin-
gen van enige betekenis plaatsvinden, uitgezon
derd in inbaggeringen als de cunetten voor
grondverbetering en voor het leggen van de
funderingsmatten. Aan het eind van de bodem
bescherming zullen ontgrondingskuilen ont
staan.
Vooreen juiste interpretatie van het bouwfasen-
modél onderzoek zal de gegeven prognose voor
de bodemligging 1982 in de natuur moeten wor
den geverifieerd, en zo nodig bijgesteld. Dit
betekent dat de ontwikkelingen op de voet ge
volgd moeten worden. Dit is ook van belang
voor het opstellen van prognoses voor latere
bouwfasen, en het heeft bovendien het voor
deel dat meer alert kan worden gereageerd op
detailvragen op het gebied van de morfologi
sche consequenties van diverse ingrepen. Zo
wordt een goed inzicht verkregen in de ontwik
kelingen in hetgebied.
0 3000 6000 9000
AFSTAND IN m
VAK I RAAI 1 JAAR 1973
VAK I RAAI 1 JAAR 1977
VAK I RAAI 1 JAAR 1982
ig. 4. Ontwikkeling van het
eulprofiel in de mond van de
'osterschelde.
183