Samenvattingen Uitvoeringsplanning Bij de voorbereiding van de Oosterschelde-wer- ken is gebruik gemaakt van netwerkplanning. Bij de uitvoering zal worden overgegaan op een systeem van 'line balancing'. Hierin kunnen zo wel technische als ruimtelijke afhankelijkheden worden uitgedrukt. Uit de figuren bij het artikel blijkt dat dit neer komt op tijd/weg-diagrammen voor de werk schepen. Het funderingsbed De pijlers van de stormvloedkering zullen op een funderingsmat worden neergezet, die als filter dienen moet voor het onderliggende Oos- terscheldezand. Deze eis bepaalt de opbouw van het filter: van boven naar beneden bestaat het uit grind, kif en zand. Tussen de filterlagen wordt nylondoek aangebracht. Korven van staalgaas zorgen ervoor dat het filtermateriaal niet kan wegzakken als de mat schuin gehouden wordt. Stalen pennen, die door en door gesto ken worden en geborgd, versterken de structuur van de mat. Het artikel bevat verder een beschrijving van de opzet van de fabriek die de matten gaat maken. De mattenlegponton 'Cardium' Het funderingsbed van de pijlers in de storm vloedkering zal bestaan uit een verpakt filter. Om deze matrassen van 42 x 200 m oppervlakte aan de grond te brengen, is een speciale mat tenlegponton ontworpen. Deze ponton zuigt eerst de bodem vlak, legt dan de mat en ver dicht die vervolgens met behulp van trilplaten. Op die plaatsen waar bovenop de eerste matter bescherming nog een tweede moet worden ge legd, zuigt de 'Cardium' het zand van de eerste mat voor de tweede er, enige tijd later, over heen gelegd wordt. Bij de aanbesteding van de 'Cardium' is vertra ging ontstaan, die zal moeten worden ingelo pen door het werk met het schip te versnellen. Verdichting van de zandige ondergrond in de as van de stormvloedkering Bij poriëngehalten in de zandige ondergrond groter dan 40% bestaat reëel gevaar voor bo- demverweking bij cyclische belasting op de stormvloedkering in de Oosterschelde. Overal waar dit wordt aangetroffen moet het poriëngehalte door trilverdichten kunstmatig worden verkleind. Als voorbereiding voor het ontwerp van een zogenaamd 'verdichtings schip' is nagegaan wat de optimale onderlinge afstand zou zijn van de trillichamen en met hoe veel motorvermogen ze moesten worden uitge rust. Het ging daarbij naast de mate vooral ook om de homogeniteit van de verdichting. Met het doel hieromtrent exacte numerieke ge gevens te verzamelen zijn dan ook laboratorium proeven gedaan, gevolgd door proeven in het veld. Uiteindelijk is de afstand tussen de naalden gesteld op 6,5 m hart-op-hart en werd elk tril- lichaam uitgerust met twee vibratoren. Elk van de trillichamen zal, de vinnen meegerekend, een diameter hebben van 2,10 m. Werkbaarheidsverwachtingen voor de Oosterschelde In september wordt het Hydro-Meteo-Centrum voor de werken in de Oosterschelde in bedrijf 166

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1980 | | pagina 52