dat op een gelegde funderingsmat een boven
mat wordt gelegd. In die gebieden waar de fun
dering in een ingraving wordt gelegd, zal in de
tussentijd aanzanding optreden. Er mag echter
geen zand tussen de twee matten achterblijven;
later, als de stormvloedkering klaar is, kunnen
er namelijk onder invloed van grote verhangen
over de kering zuigkrachten optreden die dit
zand doen verdwijnen en dan zou de pijler als
nog verzakken. Voor het schoonzuigen van de
ondermat is een speciale zuigerkop ontwikkeld,
de 'opschoonkop'. Door hoge druk van water
stralen wordt het afgezette zand opgewoeld, en
dan wordt de suspensiewolk opgezogen. Tien
van zulke opschoonkoppen zijn gemonteerd op
de andere kant van de balk. De balk kan draaien,
zodat naar verkiezing öf de dustpanzuiger of de
opschoonkoppen in stelling kan worden ge
bracht.
De baggerspecie wordt door een drijvende lei
ding enkele honderden meters buiten de as van
de stormvloedkering in de Oosterschelde ge
sproeid.
Het vlak maken van het onderbed en het leggen
van de funderingsmat worden in één werkgang
uitgevoerd, omstreeks de laagwaterkentering.
Hiervoor is een aantal nogal complexe uitvoe
ringshandelingen nodig, samengeperst in een
krappe werkperiode. Er is dan ook veel aan
dacht besteed aan mogelijke alternatieven, bij
voorbeeld vlak maken tijdens de voorafgaande
hoogwaterkentering. Dit denkbeeld moest wor
den opgegeven: zandribbels worden hiersnel
gevormd; in zes uur kunnen ze alweer 30 cm
hoog en 5 m lang zijn. Dus is er een werkwijze be
dacht, waarbij toch alle handelingen van vlak
maken en afzinken tijdens één laagwaterkente
ring kunnen plaatsvinden.
OPSCHONEN MAX.-32M.
131