De internationale betekenis van
het Deltagebied als over-
winteringsgebied voor vogels
«t
«s
'*~Hk
4»
In de afweging rond de Deltawerken spelen ook
zaken een rol die niet in geld zijn uit te drukken,
zoals bijvoorbeeld veiligheid en natuurwaarde.
Ten aanzien van de natuurwaarden wordt al
lang gezocht naar waarderingsmethoden, die
kunnen dienen als instrument in de belangenaf
weging. Vele van deze methoden zijn gebaseerd
op zeldzaamheid, (on)vervangbaarheid, diversi
teit, en zo meer. Zij komen in principe vrijwel al
le neer op het sommeren van deelkwaliteiten tot
een kwalitatief eindoordeel. Er zijn vele tiental
len waarderingsmethoden in deze zin; geen enke
le daarvan heeft echter een universele en inter
nationaal aanvaarde toepassing gevonden. In
de discipline van de ornithologie is in het begin
der zeventiger jaren een discussie op gang ge
komen die heeft geleid tot internationaal aan
vaarde criteria en normen, die naast de conven
tionele kwalitatieve waarden, ook en vooral zijn
gebaseerd op kwantitatieve gegevens.
De basis voor deze methode vormt de wens om
over min of meer objectieve criteria en normen
te beschikken aan de hand waarvan kan worden
vastgesteld of een natuurgebied voor watervo
gels al of niet van internationaal belang moet
worden geacht. De criteria en normen zijn vast
gesteld op de regelmatig gehouden internatio
nale Conferences on Conservation of Wet
lands and Waterfowl.
Eén van de criteria luidt dat een gebied van in
ternationaal ornithologisch belang is wanneer
zich geregeld meer dan 1 van de geschatte
fly-way-populatie van één of meer soorten wa
tervogels in het gebied ophoudt. Dit is wel het
meest stringente en objectieve criterium, omdat
het is gebaseerd op kwantitatieve gegevens.
Kuifeenden, Toppereenden
en Tafeleenden
63