mam - SS®» zich bij bodembeschermingsonderdelen zoals zinkstukken en stortebedden afvragen wanneer nu feitelijk sprake is van bezwijken. Lang voor dat de bodembescherming zelf bezwijkt, kan namelijk reeds een ongewenste situatie op treden omdat dat onderdeel door verlies aan zanddichtheid zijn eigenlijke functie al heeft ver loren. Om dit probleem te omzeilen maken wij gebruik van het begrip grenstoestand. Met een grens- toestand wordt vastgesteld welk gedrag van een constructie-onderdeel onder bepaalde om standigheden nog juist aanvaardbaar is. Bij het ontwerp van de stortebedden zijn twee grens- toestanden onderscheiden. In de eerste plaats is dat een situatie waarin de gewenste bodem- geometrie achter het stortebed nog juist wordt gehandhaafd. Met andere woorden: aan de ont grondingen achter het stortebed wordt een ze kere grens gesteld. In de praktijk betekent dit dat het stortebed afmetingen moet hebben waarbij de erop aansluitende bodembescherming bij het ter plaatse optredende stroombeeld in vol doende mate zanddicht is. De maatgevende ontwerprandvoorwaarde voor deze toestand is de situatie waarbij één of meerdere schuiven in de kering weigeren. Deze grenstoestand bepaalt de lengte en de breedte van het stortebed. Onaanvaardbare bodemerosie kan ook optre den wanneer het gesloten mastiekdeel wordt opgelicht. Er kan dan horizontaal zandtransport plaatsvinden, of het mastiekdek bezwijkt plaat selijk, waardoor verdergaande erosie mogelijk wordt gemaakt. Deze situatie is eveneens als een grenstoestand gedefinieerd; ze is maat gevend voorde dikte of het gewicht van het stortebed. Om de zanddichtheid van de bodembescher- 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1980 | | pagina 17