9 pijlers in compartiment I, 27 in II en 20 in III.
Het bleek niet noodzakelijk de delingsdammen
n de bouwput te verleggen, aangezien een na-
iere beschouwing had uitgewezen dat de beno
digde ruimte per pijler wel wat kleiner kon. Het
ierde compartiment kon aldus worden ge
bruikt voor de produktie van dorpelbalken.
oor de pijlerbouw zijn ook nog algemene
werkterreinen en voorzieningen nodig. Daartoe
s de zuidelijke ringdijk verbreed tot 70 m. Op dit
werkterrein domineert de betoncentrale met
ijn zes cementsilo's van elk 500 ton inhoud. De
entrale zelf bestaat uit twee dwangmengers
/an 3 m3, waarmee geheel automatisch beton
<an worden bereid. De ingrediënten worden be
rokken uit drie voorraadbunkers voor grind,
and en fijn zand, respectievelijk met een capa
citeit van 250, 200 en 50 ton. De aanvoer ge
schiedt per schip. Om onafhankelijk te blijven
van eventuele stremmingen in de aanvoer wordt
een buffervoorraad aangelegd van 24 OOOton
grond en 14 000 ton zand. Deze voorraad wordt
overgeslagen door twee overslagkranen, die
ieder een capaciteit hebben van 175 ton per uur.
Deze kranen staan langs een loswal op een
200 m lange kraanbaan.
Onder de buffervoorraad is een koker aange
bracht met tappunten, waarlangs een transport
band loopt die de distributie verzorgt. Er is ook
een buffervoorraad water nodig, aangezien de
leiding vanaf Schouwen, die loopt via de hulp
brug, een beperkte capaciteit heeft. De water
voorraad bedraag 1 500 m3; hij is opgeslagen in
een ruim 100 m lang overdekt bassin. De beton
centrale zal naar verwachting in 1979 45 000 m3
produceren, in 1980 en 1981 180 000 m3 en in
1982 nog 70 000 m3.
Op het centrale werkterrein zijn voorts werk- en
timmerloodsen en magazijnen gebouwd en
De betoncentrale
loodsen voor de opslag van voorspanstaai en
het samenstellen van voorspankabels. Ook is er
een terrein waar wapenings- en constructiestaai
kan worden opgeslagen.
De pijlerbouw in de compartimenten verloopt in
vier bouwstromen. Per bouwplaats is één hijs
gerei nodig, dat incidenteel kan worden onder
steund door een mobiele kraan. Voor een twee
de vaste kraan zou niet voldoende ruimte be
schikbaar zijn; door onderlinge hinder zou de
produktiviieit worden verlaagd. Er zijn verschil
lende kraantypen overwogen, zoals brug- en to
renkranen. Brugkranen kunnen alleen econo
misch worden ingezet tijdens de eerste fasen
van de pijlerbouw. Vervolgens zou alsnog ge
bruik moeten worden gemaakt van torenkra
nen. Daarom is gekozen voor één vrijwel statio
naire torenkraan per bouwplaats. Om bij top-
produktie toch steun te kunnen verlenen aan
een naastliggende bouwplaats, is enige mobili
teit van de kraan gewenst. Derhalve zijn er
kraan banen aangelegd. In de compartimenten is
ook ruimte gereserveerd voor wegen ten be
hoeve van het transport van bouwmaterialen
en materieel; ook is er ruimte vrijgehouden
voor de opslag van geprefabriceerde wape-
ningsnetten en van bekisting. Parkeerterreinen
en keten voor het personeel zijn uit veiligheids
overwegingen buiten het bereik van de kranen
geprojecteerd. De bouw van de eerste pijler
heeft inmiddels een aanvang genomen.
443