v or doorspoeling van de polderwateren.
H t Zoommeer is een onderdeel van de Schel-
d -Rijnverbinding; daarom worden aan het peii
o het Zoommeer ook eisen gesteld die voort-
vl :>eien uit het Tractaat met België betreffende
d 3 vaarweg. Daarin is als maximumpeil
N A.P. 0,50 m, en als minimumpeil N.A.P.
- ,00 m aangegeven, afwijkingen als gevolg
vt n windinvloeden niet meegerekend.
Wanneer na de uitvoering van de benodigde
at npassingswerken de Brabantse rivieren in
0 en verbinding met het Zoommeer komen te
st jan, zal de bevaarbaarheid van de rivieren bij
p: len beneden N.A.P. afnemen, maar als het
rr oet kan men aan de mond natuurlijk de slui
zen sluiten. De aanvoer van zoet water kan ver-
di rging tegengaan. Dit zal resulteren in een op-
b mgstvermeerdering. Bij een meerpeil van
N X.P. -0,50 m en hoger kan een gebied rond het
Zc om meer van 54 000 ha van zoet water
vt rden voorzien. Dat zijn dan de lagere gron
de i van West-Brabant ten westen van Breda,
heoostelijk deel van Overflakkee, St.-Philips-
la d, Tholen, een gebied tussen Woensdrecht
er de Schelde-Rijnverbinding en een gedeelte
vai Zuid-Beveland ten westen van de Schelde-
R: ïverbinding.
In rn rond het Zoommeer zijn in het 'Structuur-
sc erna Drink- en Industriewatervoorziening
1E 72' voor de lange termijn twee spaarbekkens
gt orojecteerd. Voor een spaarbekken zal geen
01 trekking uit het Zoommeer plaatsvinden in
pi ioden van watertekorten en/of hoge zoutge-
ht ten. De studies inzake de mogelijkheid van
sp sarbekkenszijn nog niet zover gevorderd,
dé bekend is of er ook eisen aan het peil van het
Zc ommeer uit voortvloeien.
H noordelijk deel van het Zoommeer zal gele-
ge iheid kunnen bieden voor zowel oever- als
waterrecreatie. Een vast peil biedt hiervoor de
beste kansen, ook al omdat voorzieningen voor
recreatie, steigers bijvoorbeeld, eveneens ge
baat zijn bij een vast peil. Het noordelijk deel
van het meer is voorts een belangrijke vaarweg
voor de beroepsvaart en vormt tevens de ver
bindingsroute voor de recreatievaart tussen het
noordelijk en zuidelijk Deltagebied.
Het zuidelijk deel, met uitzondering van het
Markiezaat, zal voornamelijk een scheepvaart
routezijn. Uit een oogpunt van verkeersveilig
heid is daar geen waterrecreatie en recreatie
vaart gewenst. In het Markiezaatmeer is eventu
eel wel recreatie mogelijk.
In grote delen van het Zoommeer kan men zich
natuurgebieden denken, als de waterkwaliteit
en het waterpeil daar in voldoende mate op
kunnen worden afgestemd.
De oever- en waterplantenvegetaties in het
He Zoommeer met afwate-
rir sgebied
377