De probabilistische benadering van het ontwerp van de storm vloedkering. Ill Natuurrandvoorwaarden en belastingen De robabilistische benadering van het ontwerp va de stormvloedkering is er onder meer op ge :ht, de waterstanden en de golfbeweging die ich aan de zeezijde van het kunstwerk zul len oordoen, op statistische wijze te verdiscon- ter 1 in de sterkte-eisen waaraan de storm- vlc dkering moet voldoen, We geven dit keer ee beschrijving van de manier waarop statisti- sc gegevens aan het gedrag van de zee wor de ontleend, en beschrijven vervolgens hoe de sta stiek aangaande die natuurrandvoorwaar- de wordt vertaald in een statistische verdeling va de krachten op de stormvloedkering. De atuurrandvoorwaarden vormen een van de be ngrijkste uitgangspunten bij het ontwerp va de stormvloedkering. We moeten dan met na e denken aan het gelijktijdig optreden van ho 5 waterstanden en van een sterke golfbewe- gir Om een deugdelijke stormvloedkering te bo ven, moet men weten welke situaties men on ar ogen moet zien. Dit kunnen ook omstan- dic eden zijn die op dit moment nog nooit zijn vo gekomen. In jaren die volgden op de ramp van 1953 kv Ti de Deltacommissie tot de slotsom dat to< ernstige ontwerpen niet mochten zijn geba- se d op de hoogste in het verleden waargeno- m stormvloedstanden, maar dat men moest tra ten te bepalen welke waterstanden in de to ernst zouden kunnen optreden. Er werd een ze wetmatig verband gevonden tussen de ho jte van een stormvloedstand en de kans dat hi il optreden. Zet men de waargenomen ho ge aterstanden namelijk uit op zogenaamd w schijnlijkheidspapier, dan blijken ze vrijwel op en rechte lijn te liggen, die men de hoogwa- te erschrijdingslijn noemt (fig. 1Als dit ver ba eenmaal vaststaat kan men de lijn door de pu en van waarneming ook doortrekken voor bij het waarnemingsgebied, en zo kan een voor spelling worden gedaan over de kans van voor komen van nog niet waargenomen zeer hoge stormvloedstanden. De hoogwateroverschrijdingslijn werd de basis van alle dijk- en damontwerpen die ingevolge de Deltawet tot stand kwamen en zullen komen, en dus ook van de stormvloedkering in de Oos- terschelde. Papier is echter geduldig. De vraag rijst of het natuurgeweld zich aan statistische berekeningen gebonden voelt. Zijn waterstanden van N.A.P. 5 m op de Noordzee nog wel mogelijk? Naast de statistiek is ook een fysische extrapolatie nodig gebleken. Ze werd uitgevoerd door het K.N.M.I. De verschijnselen die we hier bespreken, wor den in hoofdzaak veroorzaakt door enerzijds het astronomisch getij en anderzijds door de wind- opzet die het gevolg is van krachtige stormvel- den boven de Noordzee. Berekeningen in mathematische modellen heb ben uitgewezen dat waterstanden zoals die van 1953 inderdaad overtroffen kunnen worden. Het heeft dus wel degelijk zin, rekening te hou den met nog nooit gemeten stormvloedstan den. Behalve de waterstanden stelt echter ook de golfbeweging eisen aan de stormvloedke ring. De totale belasting wordt veroorzaakt door golven en door het verval over de kering, dat wil zeggen het verschil tussen de buiten- en de bin nenwaterstand. We moeten dus ook weten welke golfhoogten mogelijkerwijs optreden bij een bepaalde stormvloedstand. Er is dienaangaande vrij veel waarnemingsma teriaal. Vanaf 1966 zijn bij de golfmeetpalen OS IV en OS IX de significante golfhoogten geme ten die in het tracé van de stormvloedkering op treden onder stormomstandigheden. 'Signifi- 279

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1978 | | pagina 5