Aanpassingswerken in het
Zuidelijk Deltagebied
D< waterstaatkundige toestand van onverschil
lig welk gebied in Nederland bevat een uitgeba-
la ;eerd systeem van waterstaatswerken dat
in taat wordt geacht om aan uiteenlopende ei-
se i van watervoorziening, waterafvoer en peil-
be leersing te voldoen. Als de eisen veranderen,
m et het systeem worden gewijzigd.
In 'e meeste gevallen betekent dit dat er wer-
ke i worden verbouwd of toegevoegd.
Bi het begrip waterstaatwerken denken wij
aa dijken, rivieren, beken, kanalen en water-
ga gen, maar ook aan havens en aan gemalen,
sp i- en inlaatsluizen. Ze zijn in beheer of onder-
ho d bij de Rijkswaterstaat, de Provinciale Wa-
te taat, een gemeente of bij een Waterschap of
Hc igheemraadschap. In het zuidwesten des
lar fs zijn op grond van de Deltawet heel wat
wi igingen in de waterstaatkundige toestand
to' ;tand gekomen of voorzien.
In e Deltawet is in artikel 3 gesteld, dat de be-
he rders van waterstaatswerken verplicht zijn
de iodige voorzieningen te treffen of voor ver-
va gende werken te zorgen. De waterstaatswer-
ke waaraan voorzieningen moeten worden ge-
trc 'en of die door nieuwe werken moeten wor
de vervangen, worden aanpassingswerken ge
ne md.
De osten komen voor rekening van het rijk.
Ov r de behandelingsprocedure en de planning
ka het volgende worden medegedeeld. De om-
va: g van het pakket nog te behandelen aanpas-
sir sobjecten en de samenhang met andere
we ken, onder meer dijkversterkingen, maakt
ee systematische en gefaseerde aanpak nodig.
Da rom is er een planning opgezet waaruit kan
w< den afgelezen wanneer de behandeling van
ee bepaald object moet starten om te bereiken
da net werk gereed is voordat de gewijzigde
to tand optreedt.
In beland, Noord-Brabant en Zuid-Holland be
st, n commissies die de aanpassingszaken be
ha delen, waarna de minister van Verkeer en
W erstaat beslist over de goedkeuring van het
pit en de financiering.
Of de kaart op p. 318 is met een sterretje aange-
ge en op welke plaatsen in het zuidwesten aan-
pa singswerken zijn gemaakt of worden over-
wr jen. De werken 1 t/m 13, gelegen aan het
Veerse Meer en het Grevelingenmeer zijn tot
stand gekomen in de jaren 1961-1971De ove
rige, gelegen rond de Oosterschelde, zullen voor
het merendeel in de komende jaren, doch vóór
1986 geregeld worden. De behandeling daarvan
is uiteraard onderbroken geweest in de periode
dat het Oosterschelde-overleg heeft geduurd
(1973-1976).
Nu bekend is dat de Oosterschelde een zout ge
tijdebekken blijft, resteert de opgave na te gaan
hoe de bestaande werken moeten worden aan
gepast, om onder de nieuwe omstandigheden
te kunnen functioneren. Achter de comparti-
menteringsdammen zal in 1985 een zoet Zoom
meer tot stand komen, wat de nodige conse
quenties heeft voor de waterstaatswerken in dit
gebied. Daarnaast kan de noodzaak blijken, dat
reeds tot stand gekomen aanpassingen aan het
Veerse Meer en het Grevelingenmeer nogmaals
moeten worden aangepast aan het gewijzigde
toekomstbeeld.
Hoe gaat nu een Commissie Aanpassingszaken
te werk? Men gaat per bekken na hoe de toe
komstige waterstaatkundige toestand zal ver
schillen van de bestaande.
Enkele voorbeelden kunnen dit illustreren. Of
schoon op de Oosterschelde de getijbeweging
voor 75% behouden blijft, verandert er toch zo
veel aan de waterstaatskundige toestand, dat in
een aantal gevallen de bestaande werken moe
ten worden aangepast. Langs de Oosterschelde
is de schutsluis van de haven van Goes het om
vangrijkste object. Ter vervanging zal mogelijk
een geheel nieuwe schutsluis worden gebouwd
omdat de gebruiksmogelijkheden van de huidi
ge schutsluis sterk afnemen door de getijreduc
tie. Dat deze sluis tevens groter wordt dan de
bestaande, valt buiten de aanpassingsregeling.
317