zijn, werden weer zoveel mogelijk in het ont
werp van de hulpbrug opgenomen. Voor het
heien van deze palen kon gebruik gemaakt wor
den van bestaande heiapparatuur.
Door dit hergebruik lagen de afmetingen van de
nieuw te fabriceren palen vast. Ze krijgen maxi
maal een diameter van 4800 mm en een wand
dikte van 47 mm. De hart-op-hart afstand van
deze palen bedraagt 145 m; ze wordt vooral be
paald door de windbelasting.
De brugverbinding is ontworpen voor de ver-
keersklasse 30 van de Voorschriften Ontwerp
Stalen Bruggen. De brug krijgt twee rijstroken.
Door hem uit te voeren als een geboute vak
werkburg is het mogelijk de brug na afloop van
de werkzaamheden in de bouwput in 1985 een
voudig te demonteren, in kleine onderdelen te
transporteren en dan weer elders te monteren.
De standaardisering van de onderdelen is zo ver
mogelijk doorgevoerd. In verband met een een
voudige montage is gekozen voor een statisch
bepaald systeem. Een inhangbrug van 100 m
geeft de kleinste momenten in zowel het hamer
stuk als de inhangbrug.
De onderkant van de brug ligt op N.A.P. 11 m.
Van de zijde van de watersportorganisaties is er
voor gepleit om de doorvaarthoogte gelijkte ma
ken aan die van de Zeelandbrug- N.A.P. 15 m-;
ditten behoeve van naar zee uitvarende jachten.
Deze verandering zou de brug aanzienlijk duur
der maken, en maar weinig soulaas bieden aan de
watersport, omdat de Hammen en de Schaar in
verband met de werkzaamheden voor de storm
vloedkering al vanaf juli 1978 geheel worden af
gesloten voor de scheepvaart. De brug zal tegen
aanvaring van werkmaterieel aan de oostzijde
worden beschermd door een drijvende vangka-
bel.
Het tracé van de brugverbin
ding door Schaar en Hammen
265