breuk gedaan aan de schoonheid van het land schap. Het verdwijnen van natuurgebieden en een groeiende uniformiteit en verstrakking wer den daarbij niet door een bewust geleide land schapsreconstructie gecompenseerd. Uit verzet tegen dit cultuurverlies heeft zich in de jaren na de bevrijding een nieuwe aanpak ontwikkeld, waarbij aan de zorg voor het land schap zowel op het gebied van de organisatie als op dat van de wetgeving een belangrijke plaats werd ingeruimd. De in de ruilverkave- lingswetvan 1954geïntroduceerde landschaps plannen hebben sindsdien in toenemende ma te hun stempel gedrukt op de reconstructie van het Nederlandse landbouwareaal. In die plan nen worden bestaande waardevolle natuurge bieden gespaard, en waar mogelijk wordt de verwerving ervan door een natuurbescher mingsinstantie bevorderd. Bovendien wordt in deze landschapsplannen bij iedere ruilverkave ling een visie ontwikkeld voor het nieuw te vor men landschap. Met inachtneming van bestaan de en te handhaven elementen als bossen, houtwallen, lanen en dergelijke, worden dan, al naar de aard van het landschap, soms omvang rijke nieuwe beplantingen tot stand gebracht. In het nieuwe landschapspatroon vormen deze groen-elementen vaak de basis en de achter grond voor recreatieve voorzieningen. Al naar gelang hun omvang en situering kunnen ze soms ook plaats bieden aan voet-, rijwiel- en ruiterpaden, picknick-plaatsen, parkeerruimten, visplaatsen, campings en soortgelijke infra structurele werken ten behoeve van de recre atie. De grootscheepse landschapsreconstructie die thans als uitvloeisel van cultuurtechnische werken wordt doorgevoerd, maakt echter een eng samenspel met de planologie tot een eerste 246

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1978 | | pagina 26