ten van zeestromingen beteugelen, zijn hiervan getuige. 5. Het landschap als bio-ecosysteem. Dit is een wetenschappelijke manier van kijken, die nau we relaties vertoont met het zien van landschap| als 'natuur'. Het landschap is opgebouwd uit een stelsel van betrekkingen tussen planten en dieren enerzijds, en de fysische gegevens an derzijds. Men kan tal van systemen en sub-sys temen onderscheiden, jonge en oude, eenvou dige en complexe. Begrippen als energiestro men, voedselketens, stabiliteit en diversiteit spelen hier een belangrijke rol. De mens kan ge lijktijdig als onderdeel van het geheel be schouwd worden, verkerende in een afhankelij ke positie, maar ook als manipulator van het ge heel, interveniërend in de systemen. Daarbij heeft hij in vroeger tijden, dat wil zeggen tot on-| geveer 50 jaar geleden, verrijkend, differentië rend gewerkt. Thans is het effect van zijn hande lingen voornamelijk nivellerend, verarmend. Daarmee bedreigt hij het voortbestaan van de natuurlijke systemen als zodanig, maar uitein delijk ook zichzelf, zijn gezondheid en wellicht zelfs zijn voortbestaan op aarde. Ethische zowel als milieu-hygiënische overwegingen spelen hier dus een rol. Maar er is ook een esthetisch effect: het kennen en doorgronden van de orde ning die aan de natuurlijke processen ten grondslag ligt, en tegelijkertijd het zien van een immense verscheidenheid, geeft een gewaar wording van extreme schoonheid. Dat de reac tie op de verschijningsvorm van nieuwe steden, grote bouwwerken en autowegen negatief is, vloeit uit het voorgaande wel bijna vanzelfspre kend voort. De uit dit oogpunt meest gewaar deerde landschappen in Zuidwest-Nederland zijn de duinen en de strandwalformaties, de ge- tijdegebieden van zeearmen en estuaria, het ou de polderland en de verschillende overgangszo nes. 6. Het landschap als kapitaalgoed. Men kan de ze zienswijze beschouwen als de blik van de on dernemer, de projectontwikkelaar, de exploitant van zandwinplaatsen en dergelijke. Het land schap, en delen ervan, worden gewaardeerd op grond van de mogelijkheid tot produktie. Dit kan zijn een kwestie van ligging: aan vaarwater en wegen, nabij het strand; maar ook een kwestie van voorkomen van winbare specie: zand, grind, mergel enzovoort. De waardering geschiedt op grond van kwantitatieve maatstaven, alles is in geld uit te drukken. Het denken is pragmatisch, kwantitatief, dynamisch. Het Sloe-gebied is uit dit oogpunt een waardevoller terrein dan de ou de polders. 7. Het landschap als probleem. Met 'probleem' wordt hier niet bedoeld een opgave geschikt voor wetenschappelijk onderzoek, maar een

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1978 | | pagina 16