waardering door de mens. Er is, met name bij overheidsinstellingen, grote behoefte aan meer zekerheid over het hoe en waarom van deze sa menhang. Men zou de ruimtelijke planning graag onderbouwen met meer zekerheden. Ech ter, dit onderzoek is zeer moeilijk omdat elke waarnemer verandert in de tijd, omdat groepe ringen binnen de maatschappij aan voortduren de verschuiving onderhevig zijn en tenslotte omdat ook het landschap niet steeds dezelfde verschijningsvorm heeft. Een aardige illustratie van de verschillende ma nieren waarop het landschap kan worden ge zien, wordt gegeven door Meinig, in een artikel in het tijdschrift Landscape Architecture van ja nuari 1976, Naar analogie van zijn indeling kan het zien van het Deltalandschap op de volgende wijze omschreven worden. Deze omschrijving is niet uitputtend; ze moet meer opgevat worden als een illustratie dan als een sluitend betoog. 1Het landschap als plaatje of opeenvolging van plaatjes. Dit is de meest oppervlakkige ma nier van kijken: een serie taferelen dient zich aan en doet zich voor, en deze taferelen worden als aangenaam ervaren. Het is de manier van kijken van de toerist, de dagjesgast. Het is ook de blik van de doorgaande reiziger wiens aan- dachtin hoofdzaakopanderedingen isgericht. Zuidwest-Nederland heeft in dit opzicht veel te bieden: de opeenvolgende beelden van grote watervlakken, de gevarieerd ingerichte agra rische gebieden, de dicht opeen gebouwde oude dorpen en stadjes, de dijkbeplantingen, de bosschages, de duinen, geven opeenvolgende indrukken die, mede afhankelijk van de snelheid van voortbeweging, steeds een aantal minuten aanhouden, lang genoeg om het waargenome- ne vast te houden en kort genoeg om verveling te vermijden. 2. Het landschap als natuur. Deze wijze van zien is tegelijkertijd meer beschouwend alsook meer emotioneel. De resultaten van menselijke activiteiten in het landschap zijn nietig en ba naal vergeleken met de werking van natuurlijke krachten. De overweldigende energie die is be sloten in de getijdewerking van de zee en in de wind, wordt ondergaan bij het zien van de bran ding en de voortjagende wolken, de verande ringen van het licht gedurende het etmaal en van de vegetatie gedurende het seizoen. Het rit me van de natuur is van veel hoger orde dan het menselijk geschraap. Een dergelijke beschou wing ziet de mens en zijn werken liever niet in het landschap, en doet nogal eens verlangen naar het uitpoetsen van wonden, en herstel van het oorspronkelijke, het echte, het zuivere. Deze blik heeft z'n hoogtepunt gekend in de tijd van de romantiek, toen auteurs als Jean Jacques Rousseau alom bekendheid genoten. Zij is te genwoordig mede te zien als een reactie op de ervaring van monotone stedelijke gebieden, van vervuilende industrieën, van conflicten tus sen vormen van bodemgebruik en natuurlijke processen. Men kan zeggen dat Zuidwest-Ne derland bij uitstek het gebied is waar de bezoe kers zich bewust zijn van de alomtegenwoor digheid van de natuurlijke krachten van de zee en zijn invloeden. (Voor de bewoners ligt dit wel wat anders: zij ervaren de zee nogal eens als een bedreiging voor hun veiligheid.) 3. Het landschap als habitat. Men kan het land schap ook opvatten als een vorm van symbiose tussen menselijk handelen en natuurlijke krach ten. Mensen hebben eeuwenlang het land bezet en bezeten, tegelijkertijd profiterend en verrij kend, toevoegend. De mens heeft de aarde op bewuste wijze in bezit genomen, zich aanpas send aan, maar ook gebruik makend van de ver scheidenheid in natuurlijke patronen waarop hij zijn cultuurpatroon heeft geënt. Hij heeft zowel orde als diversiteit toegevoegd. Het landschap is de uitdrukking van de verstrengeling van mens en natuur. Natuurlijk worden er fouten ge maakt, er wordt zelfs veel kapot gemaakt. Maar de mens blijkt uiteindelijk in staat van zijn fou ten te leren en op grond van groeiend inzicht sturend op te treden, waardoor uiteindelijk alles weer in orde komt. Dit 'harmoniemodel' heeft zijn ups en downs gekend, en is blijvend in dus- cussie. De wijze van kijken impliceert een posi tieve appreciatie van oudere en jongere vesti- gingsvormen zoals die in Zuidwest-Nederland voorkomen. Het is een aantrekkelijke zienswijze, vooral ook voor planners en ontwerpers, die hierin een rechtvaardiging trachten te vinden voor hun beroepsbezigheden. Dat het meestal bij 'trachten' blijft, vindt mede zijn oorzaak in de omstandigheid dat ook hun blik steeds ver springt van de ene manier van kijken naar de andere, op grond van de steeds veranderlijke ervaring die een ieder opdoet. 4. Het landschap als artefact. De aarde is in de ze visie niet meer dan een platform waarop de mens zijn wereld bouwt. De natuur is reeds lanc overwonnen. In grote delen van de wereld, en vooral in Nederland is vrijwel geen plekje meer te vinden dat niet reeds meermalen in de loop der geschiedenis is omgespit, veranderd, herin gericht. Het is onzin te spreken van 'natuur': het landschap is een volslagen cultuurlandschap, dat dienstbaar is aan het menselijk gebruik. De mens is in staat tot volledig bedwingen van de natuur. Het landschap krijgt zijn betekenis pas door de menselijke werken. De grote dammen die de zeearmen afsluiten en de enorme krach- 234

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1978 | | pagina 14