uit pijlers, werd ook al vrij snel de behoefte ge
voeld aan dergelijk grootschalig onderzoek. Ook
bij de huidige constructie is er in een aantal si
tuaties sprake van een directe relatie tussen de
constructie en de grondslag, met name bij de
pijlers. Bovendien is het voor het ontwerp van de
schuiven in een aantal gevallen nodig te beschik
ken over informatie met betrekking tot het ge
drag van de schuiven in vrijwel gesloten toe
stand bij grote vervallen.
Ook dan kan niet worden volstaan met klein
schalige modellen, vanwege de processen die
dan een overheersende rol gaan spelen, en die
niet goed op schaal kunnen worden gereprodu
ceerd. Een modelfaciliteit waarin modellen van
de gewenste grote afmetingen gebouwd kunnen
worden, is er in Nederland niet. Gezien de nood
zaak van grootschalig onderzoek voor een ade
quaat ontwerp van de stormvloedkering, werd
de behoefte eraan echter steeds duidelijker ge
voeld. Maar niet alleen daarvoor. Een proefgoot
van zeer grote afmetingen waar golven kunnen
worden opgewekt is onmisbaar voor een breed
scala van onderzoekingen, die thans aan de or
de zijn. Primair moet gedacht worden aan stu
dies aangaande het bezwijkmechanisme van
duinen en dijken. Dit probleemgebied wordt in
het vakjargon de gecombineerde hydraulische/
grondmechanische problematiek genoemd. De
aanpak ervan heeft in de laatste jaren, mede on
der invloed van de stormvloedkering, een flinke
stap voorwaarts gemaakt. Een voorlopige in
ventarisatie van de problemen die in aanmer
king komen voor onderzoek naar stabiliteit en
bezwijkmechanisrpe in een grote golfgoot, leidt
tot het volgende overzicht:
a. onderzoek naar constructies gefundeerd op
zand, waarbij geen gebruik wordt gemaakt
van palen;
b. onderzoek naar drempelconstructies onder
een kering;
c. onderzoek naar trillingen van schuiven en
andere constructie-onderdelen, waarbij de
reproductie sterk afhankelijk is van schaalre-
gels;
d. onderzoek naar de rand van bodembescher
mingen bij ontgrondingen;
e. onderzoek van dijken bij hoge waterstanden
en golven (golfoverslagcriterium in samen
hang met grondmechanische stabiliteit);
f. onderzoek van dijken bij lage waterstanden
(zettingsvloeiingen);
g. onderzoek naar harde bekledingen op dijke 1
(gesloten bekledingen en 'open' steenzettir -
gen);
h. bepaling van het afslagprofiel van duinen.
Hoewel deze opsomming niet alomvattend is,
en het vooreen buitenstaander moeilijk blijft
zich op grond hiervan een goed beeld van de
problematiek te vormen, geeft deze lijst toch
aan welk belang een grote golfgoot vertegen
woordigt voor de Nederlandse waterbouwkun
de. Voor de Deltadienst was dit aanleiding aan
het Waterloopkundig Laboratorium te verzoe
ken een voorontwerp voor zo'n golfgoot te m;
ken, met een dwarsdoorsnede van 5 x 5 m2 en
een lengte van 250 m. In het deel waar de te o -
derzoeken constructie gebouwd moet worder
zou de goot zowel verdiept als verbreed moet n
zijn. Bovendien zou de golfopwekker zowel re
gelmatige als onregelmatige golven moeten
kunnen opwekken. Verder moest er in de goo
een stroming kunnen worden ingesteld. Afge
zien van de bedieningsruimte, de technische i ï-
stallaties en het te onderzoeken object, zou de
goot niet overdekt behoeven te zijn.
Dit verzoek heeft geresulteerd in een ontwerp
dat is afgebeeld op de bijgevoegde maquette
foto. Deze maquette is op 2 september 1977,1 ij
gelegenheid van het 50-jarig bestaan van het
Waterloopkundig Laboratorium, door de min ;-
ter van Verkeer en Waterstaat aan het laborat -
rium aangeboden, hetgeen hij vergezeld liet
gaan van de mededeling, dat hij het hoofd va
de Deltadienst had gemachtigd over te gaan 1 )t
het verstrekken van een opdracht aan het Wa
terloopkundig Laboratorium tot de bouw van
deze goot. Het zal evenwel nog tot de tweede
helft van 1979 duren, voordat met onderzoek n
de goot kan worden begonnen. De nieuwe 'D ;l-
tagoot' kan als een aanwinst van onschatbar
waarde worden beschouwd voor de Nederla d-
se waterbouwkunde. De Rijkswaterstaat koe:
tert hoge verwachtingen aangaande de stimi -
lansen die ervan zullen uitgaan naar de onde
zoekers van hydraulische, grondmechanisch
en gecombineerd hydraulische/grondmecha li-
sche problemen.
208