tro en waterschap, en aan de bij een bepaald
pl betrokken gemeente of lokale dijkgroep
w ft de status van waarnemer toegekend. La
te /erd ook een vertegenwoordiger van de
S' iting Lek en Merwe als commissielid toege-
la n, aangezien deze stichting geacht kon wor-
d de belangen van de plaatselijke dijkgroepen
tt ehartigen.
D .ommissie vergadert sinds haar installatie in
a ustus 1975 met een frekwentie van onge-
v r één keer per maand. Aanvankelijk waren
d ergaderingen besloten; op aandringen van
e ele leden werd echter al snel tot openbaar-
h< d besloten.
D e volgen procedure voor nieuwe dijkverster-
ki jsplannen is onlangs door de Coördinatie-
cc imissie definitief opgesteld en door Gede-
pi eerde Staten aanvaard. In grote lijnen kan ze
in vier fasen worden verdeeld. Eerst wordt door
het waterschap een schetsontwerp gemaakt;
daarover wordt in de Coördinatiecommissie
overleg gepleegd. Dan volgt een voorlichtings-
en inspraakronde. Vervolgens wordt het voorlo
pig ontwerp opgesteld door het waterschap; de
bezwaarschriften worden in de Coördinatie
commissie behandeld. Dit mondt uit in het op
stellen van een definitief ontwerp en uitvoe
ringsplan door het waterschap, dat ter vaststel
ling wordt ingezonden bij de minister van Ver
keer en Waterstaat.
De commissie heeft in de afgelopen paar jaren
een bijzonder nuttige functie vervuld, omdat zij
dikwijls in staat is gebleken oplossingen aan te
dragen, waarbij een goed evenwicht werd ge
vonden tussen alle aspecten die van belang wa
ren.
De commissie heeft het algemene advies gege-
Lii s: De Lek van Vianen west-
wts gezien. Hierboven: Ui-
te aarden langs de Lek
ven om bij ieder dijkversterkingsplan voor een
compenserend landschappelijk aanpassings
plan te zorgen. Met name met betrekking tot de
Alblasserwaard is zij veel verder gegaan en
heeft zij er in vrij veel gevallen voor gepleit de
noodzakelijke verzwaring aan de buitenzijde
van de bestaande waterkering aan te brengen,
in de vorm van een zogenoemde paralleldijk. Bij
zo'n oplossing kan met name aan de binnenzij
de van de bestaande waterkering veel bebou
wing worden gespaard. Dit is slechts één van de
vele mogelijkheden om het ruimtelijke beslag
dc t de waterkering legt, zo gunstig mogelijk te
laten vallen. In de praktijk betekent dit veelal dat
een zo gering mogelijk ruimtelijke beslag wordt
nagestreefd door middel van wat men dan
noemt een 'uitgekiend' ontwerp, waaruit een
groot vertrouwen spreekt in ons vermogen om
de natuur te beheersen. In verband met het feit
183