Samenvattingen dicht worden; tevens zal over het grootste deel van het tracé een cunet gebaggerd worden voor het fundatiebed. De oorsprongen van het Deltaplan Vijfentwintig jaar geleden, op 1 februari 1953, werd Nederland getroffen door een over stromingsramp, die aan bijna 2000 mensen het leven kostte. De afsluiting van de zee armen in het zuidwesten des lands, waarop al sedert geruime tijd was gestudeerd, werd spoedig daarop in de Deltawet vastgelegd. Dit artikel beschrijft de voorgeschiedenis van het Deltaplan, en met name de betekenis daarin van dr. ir. Johan van Veen, een van Nederlands grootste waterstaatkundigen. Oosterschelde: van conflict tot compromis Het aanvankelijke plan tot volledige afsluiting van de Oosterscheldemond is meer dan tien jaar lang aangevochten door actiegroepen voor het milieu eri voorvechters van ae visserijbelangen. De geschiedenis van hun buiten-parlementaire actie wordt beschreven, alsook de manier waarop de veranderde inzichten doordrongen in de stellingname van de politieke partijen. Uiteindelijk werd het compromis gevonden, dat de Oosterschelde zal worden afgesloten met een beweegbare stormvloedkering. De fundering van de pijlers Voor de stabiliteit van de pijlers van de stormvloedkering is grondmechanisch onder zoek nodig, zowel in de natuur als in modellen. Er zijn proeven gedaan in een centrifuge van de universiteit van Man chester, en proeven op grote schaal in het Deltagebied zelf, om de wrijvingsfactor tussen de onderkant van de pijler en het fundatiebed te leren kennen. De bodem van de Oosterschelde zal ten behoeve van de fundering gedeeltelijk ver- Ontwerp en uitvoeringsaspecten van de drempel De drempel van de stormvloedkering is een belangrijk onderdeel van de waterkering; tevens dient hij als bescherming van het fundatiebed en geeft hij steun aan de pijler constructie. De aansluiting van de drempel tegen de pijlers dient ten allen tijde verzekerd te zijn. Er zijn twee alternatieve ontwerpen gemaakt die aan alle eisen voldoen. Bij de uitvoering zullen vooral de vlakheid waarmee de drempel wordt afgewerkt en de aanzandingen tijdens de bouw grote aan dacht vragen. Pijlers, bovenbouw en landhoofden Dit artikel handelt over het ontwerpen van d pijlers voor de stormvloedkering en de wijze waarop de pijlers zullen worden gesteld. Oo over de bovenbouw en de aansluiting op de eilandkoppen worden nadere mededelingen gedaan. Schuiven en bewegingswerken De 40 m brede doorstroomopeningen in de stormvloedkering zullen worden afgesloten met glijdschuiven, waarvan de schaalbeplati ïg aan de Oosterschelde-zijde zit. De schuiven kunnen een verval keren van 7 m en een inkomende golf met een significante hoogte van 4,5 m. Het dynamische gedrag van de schuiven wordt nog in modellen onderzocht Voor de bewegingswerken is een hydrauliscn systeem gekozen, dat centraal, maar ook pe' eenheid kan worden bediend. Uitvoeringsaspecten De pijlers zullen in een nat bouwdok worder geconstrueerd. Uit een oogpunt van werk gelegenheid zou het te prefereren zijn, een bouwdok te maken bij de Philipsdam. De aanvoerroute naar de Oosterschelde-mond biedt dan echter teveel risico's. Het bouwdok zal daarom worden gesitueerc achter de Oosterscheldedam zelf. Tussen h ;t bouwdok en het eiland Schouwen zal een vaste brugverbinding worden gemaakt van 3 km lengte. Het plaatsen van één pijler zal ongeveer 70 uur in beslag nemen. 166

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1978 | | pagina 56