In 1978 gaan de gedachten terug naar de grote stormramp van 1953, op 1 februari juist 25 jaar geleden. In ons eerste artikel willen wij daarom nagaan wat deze overstroming heeft betekend voor de waterstaatkundige ontwikkeling van Nederland. Het laatste deel ervan behandelt de bijzondere betekenis van dr. ir. Johan van Veen (1893-1959), die door zijn onderzoekingen en denkbeelden al lang voor de februariramp de grondslagen had gelegd voor het Deltaplan. Hiernaast willen wij onze lezers een beeld geven van de ontwikkelingen die hebben geleid tot de belangrijke wending die het Deltaplan heeft gemaakt door de keuze voor de bouw van een stormvloedkering in de Oosterschelde. Nadat dienaangaande door regering en parlement een eindbeslissing was bereikt, is de voorbereiding van de nieuw opgedragen werken door de Rijks waterstaat met veel enthousiasme ter hand genomen. Niettemin lijkt een terugblik interessant op de woelige periode die daaraan voorafging, en waarin zoveel Nederlanders blijk gaven van hun betrok kenheid bij de Oosterschelde-problematiek. Met grote regelmaat heeft ook de pers aan dacht gegeven aan dit onderwerp. Het lag voor de redactie van het Driemaan delijks Bericht voor de hand, om voor de behandeling van de Oosterschelde-kwestie een gastschrijver uit te nodigen die deskundi is op het betreffende gebied, en die aan de andere kant op geen enkele wijze met de Rijkswaterstaat is verbonden. Gastschrijver van het artikel 'Oosterschelde: van conflict tot compromis' is Kees v. d. Maas, redacteur van de Provinciale Zeeuwse Courant.

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1978 | | pagina 4