sc liven. Daarom heeft de regering nu een
vo 'lopige beslissing genomen: in oktober
za' de zaak opnieuw in het Catshuis worden
be andeld.
k iden juli 1974: in afwachting van de
u indelijke beslissing van de regering zullen
ir Ie monding van de Oosterschelde geen
w rken meer worden uitgevoerd die passen
ir iet (oude) afsluitingsplan.
N armate het najaar 1974 nadert blijken
te hniek, politiek en financiële ruimte in de
O sterschelde-affaire heftig met elkaar in
b sing te zijn. De spanningen in het kabinet
Ic ien op. Wat ervan naar buiten komt is erg
v ward. In herhaalde zittingen wordt koorts-
a- itig gezocht naar een compromis om uit de
rr eilijkheden te geraken. Voor- en tegen-
s nders van de oude deltaplannen graven
z n opnieuw in hun stellingen in, nu de
ti senoplossing (de basis van het rapport
ie asesz) in gevaar dreigt te komen. Het
k inet wordt bestookt met telegrammen. De
b radslagingen in het Catshuis worden extra
b oeilijkt bij gebrek aan zekerheid op een
a al vitale punten van het plan. Wanneer
ui ndelijk midden in de nacht van vrijdag 8
op aterdag 9 november 1974 de koppen zijn
ge d ligt er een besluit om een stormstuw-
ca ^ondam met beweegbare kering in de
mo ling van de Oosterschelde te bouwen.
Ma dat besluit is gebonden aan twee
voo ^houden: rijkswaterstaat moet bestu-
der of het plan technisch inderdaad uit
voerbaar is, de extra kosten ervan mogen
een geraamd bedrag van 1,6 tot 1,7 miljard
gulden niet te boven gaan. Of het inderdaad
allemaal kan doorgaan zal technisch onder
zoek na uiterlijk anderhalf jaar moeten
uitwijzen. De in de deltawet beloofde
veiligheid wordt met deze beslissing opge
schoven tot het jaar 1985. De regering kondigt
aan dat er voor die tussenliggende periode
iets zal worden gedaan aan dijksverbetering
in Zeeland.
De reacties zijn, vooral bij de voorstanders
van volledige afsluiting in het jaar 1978,
ongemeen fel. Men heeft maar één conclusie:
voortgezet uitstel van beslissingen en
blijvende onzekerheid. Het kabinet had het
uiterste uit de politieke manoeuvreerruimte
gehaald. Maar zuidwest-Nederland weigert
extra risico te aanvaarden. Binnen een week
komen provinciale staten van Zeeland in
spoedzitting bijeen. Er gaat een motie
(gesteund door een meerderheid van 31 tegen
15) naar Den Haag, waarin onverwijlde
uitvoering van het oorspronkelijke deltaplan
wordt gevraagd. Een groot aantal Zeeuwse
en Westbrabantse waterschappen en ge
meentebesturen rondom de Oosterschelde
komt met eenzelfde eis. De tweede kamer
maakt zich op voor het belangrijkste debat
uit de Oosterscheldegeschiedenis en stelt in
de schriftelijke voorbehandeling hele ritsen
kritische vragen. Vlak voordat het zover is
ontvangt minister Westerterp delegaties van
voor- en tegenstanders op zijn departement.
Om de veiligheid in de periode tot het jaar
1985 in het Oosterscheldegebied te verhogen
wordt een programma van extra maatregelen
afgekondigd: aanpassingen aan de bestaande
dijken, een nieuw systeem van stormvloed
waarschuwingen, voorraaddepöts en materiaal
opslag bij bedreigde dijkvakken. Toch wordt
het kabinet-Den Uyl een zware storm in het
Oosterscheldedebat voorspeld. Minister
Westerterp moet op 19 en 20 november 1974
inderdaad alle zeilen bijzetten om de kabi
netsbeslissing ongeschonden door het parle
ment te loodsen. De stormstuwcaissondam
haalt het op het kantje af. Pas nadat de
PvdA-fractie door Van Thijn stemdwang is
opgelegd en Westerterp namens het kabinet
heeft gedreigd 'dat er een ernstige situatie
zal ontstaan, waarop het kabinet zich op korte
termijn heeft te beraden' laat een krappe
meerderheid (75-67) Schakel met zijn motie
in de kou staan. De Oosterschelde zal niet
meer volgens het oorspronkelijke deltaplan
met een potdichte dam worden afgesloten.
Maar kabinet en tweede kamer binden zichzelf
en elkaar wel aan drie zogeheten 'ontbin-
139