Ir H. A. M. C. Dibbits, oud-hoofdingenieur directeur van de rijkswaterstaat mengt zich in het verkiezingsrumoer. In een interview met de PZC noemt hij het denkbeeld van een hernieuwd onderzoek 'een zinloze dwaas heid' en klasseert het vervolgens onder het hoofdstuk 'politieke stunt'. De volgende dag wordt een strafexpeditie ondernomen tegen zijn wonnig in Veere. Ramen en deuren volgeplakt met stickers en leuzen. Toch tilt deze verkiezingsstrijd de Ooster- scheldekwestie naar het politieke platform. Veel politici, onder wie PvdA-lijsttrekker J. den Uyl, W. Drees jr. (DS'70) en mr. W. Geertsema (VVD) verklaren zich voorstander van een nieuwe studie. Anderen zijn voor zichtiger, pleiten voor openhouden van de dialoog. Minister Bakker is onvermurwbaar, hij zegt dat hij 'niet openstaat voor een discussie over een open Oosterschelde. Over de uitvoering van het deltaplan ga ik niet marchanderen', is zijn opinie op een toernee door Zeeland. Er komt een studie op gang naar mogelijk heden om de Oosterschelde achter een gesloten deltadam te verdelen in een zout en een zoet bekken. De studiegroep milieubeheer van de Oecologische Kring is voorstander van een open Oosterschelde, maar bepleit als naast-beste keus een driedeling van het Oosterscheidebekken: een zout compartiment (met inlaat- en uitlaatsluis) in het westen, een middendeel voor de scheepvaart en een zoet bekken in het oosten. Provinciale staten van Zeeland besteden een groot debat aan de Oosterscheldekwestie. Ze nemen daarin met algemene stemmen een motie aan, die vertraging in de uitvoering van de werken afwijst, maar die aandringt op uitgebreide studies naar mogelijkheden om de milieugevolgen in een afgesloten bekken goed op te vangen. Een nieuwe minister van verkeer en waterstaat (dr W. Drees jr.) zegt in antwoord op vragen uit de tweede kamer (van Terlouw, D'66) dat met afsluiting van de Oosterschelde moet worden doorgegaan, zeker nu men zich van Zeeuwse zijde zo duidelijk heeft uitgesproken. De regering heeft besloten om de Ooster scheldekwestie niet opnieuw in discussie te nemen, deelt hij nog mee. November 1971boven de werkeilanden in de Oosterscheldemonding cirkelen reuzen- helikopters voor een proef om betonblokken in de sluitgaten te droppen. De actiegroep 'Oosterschelde open' (zetel Yerseke) verspreidt in brede kring een brochure, waarin de afsluiting 'een ramp voer Nederland' wordt genoemd. Het PvdA- kamerlid P. A. Roels bepleit bij de behan deling van de begroting van verkeer en waterstaat voor het eerst een tijdelijk uitstel van de werkzaamheden in de Oosterschelde monding voor een periode van drie tot zes maanden, om de minister de gelegenheid te geven de milieugevolgen van de afsluiting grondig te bestuderen. Minister Drees neem. die suggestie niet over. Bij temporisering kat de aan Zeeland in het jaar 1978 beloofde veiligheid niet worden gehaald. De Zeeuwse Waterschapsbond doet nog eens een dringeid beroep op de regering haast te maken met de afsluitingswerken. Bij de opening van de autosnelweg over de Haringvlietdam kondict minister Drees aan dat spoedig een publi catie over het milieu in het deltagebied zal verschijnen. Daarop was eerder in de tweede kamer al enkele malen sterk aangedrongen Op een van de laatste dagen van het jaar 1971 schrijft prof. dr. P. Korringa (directeur van het rijksinstituut voor visserijonderzoek een artikel in het tijdschrift 'Land en Water' waarin hij voorspelt dat afsluiting van de zeearmen in het zuidwesten van het land 130

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1978 | | pagina 20