De duwvaartsiuizen in de
Philipsdam
Tussen de stroomgeulen het Krammer en het
Slaak, op de Plaat van de Vliet, zal in de
5hilipsdam een schutsluizencomplex worden
gebouwd. Het complex zal bestaan uit twee
luizen van 24 bij 280 m, terwijl rekening moet
worden gehouden met de bouw van een derde
sluis nog in deze eeuw. De afmetingen zijn
gebaseerd op de benodigde schutcapaciteit
;n op de eis dat er duwvaart moet kunnen
sasseren met vier bakken. De duwvaartsluis te
ferneuzen en de geprojecteerde nieuwe
luizen te Hansweert, die op dezelfde scheep-
aartroute zijn gelegen, hebben ook deze
ifmetingen. De Philipsdamsluizen zullen wor-
len voorzien van een zout/zoet-bestrijdings-
ysteem. Tevens zal er een jachtsluis van
m X 75 m worden aangelegd. Voor een
weede jachtensluis wordt voorlopig alleen het
jetonwerk uitgevoerd.
n dit artikel gaan we nader in op het ontwerp
an de duwvaartsiuizen.
De stormvloedkering in de mond van de
Oosterschelde krijgt een doorstroomprofiel
/an 14 000 m2. Getijberekeningen met een
mathematisch model geven aan dat deze
opening ter plaatse van de Philipsdam een
gemiddeld laagwater veroorzaakt van
N.A.P.-1,25 m en een gemiddeld hoogwater
van N.A.P. 1,25 m. Als schutpeil wordt
minimaal N.A.P.-2,35 m en maximaal
N.A.P. 2,50 m aangehouden.
Het peil van het Zoommeer zal normaliter
schommelen rond N.A.P. Om de toekomstige
mogelijkheden voor de waterbeheersing van
'net Zoommeer niet op voorhand te beperken,
wordt bij het ontwerp van kunstwerken
rekening gehouden met een minimale water
stand van N.A.P. - 1,00 m en een maximale
van N.A.P. 0,50 m. Deze waterstanden zijn
ook bepalend geweest voor het ontwerp van
de Schelde-Rijnverbinding. Daarenboven dient
rekening te worden gehouden met 25 cm
op- en afwaaiing.
De Philipsdamsluizen maken deel uit van de
doorgaande scheepvaartroutes tussen de
Volkeraksluizen en het Kanaal door Zuid-
Beveland en het Kanaal door Walcheren. Ook
de scheepvaart tussen de havens langs de
Oosterschelde, het Veerse Meer en het Greve-
lingenmeer enerzijds en de Volkeraksluizen
anderzijds moet deze sluizen passeren.
Figuur 1 geeft een beeld van de binnenvaart-
verkeersstromen die in 1985 waarschijnlijk het
zuidelijk Deltagebied zullen passeren. Het
vermoedelijke scheepsaanbod bij de Philips
damsluizen is met een spreiding van 10%
weergegeven in figuur 2. In die prent is tevens
de toelaatbare jaarintensiteit van de twee
sluizen aangegeven, zowel bij een gemiddelde
bedieningstijd van 12 minuten als bij een van
18 minuten.
Onder de gemiddelde bedieningstijd verstaat
men de tijd die nodig is voor het openen en
sluiten van de deuren, het nivelleren van de
waterstand en het eventuele uitwisselen van
zout voor zoet water of omgekeerd.
De toelaatbare jaarintensiteit van een sluis is
het jaaraanbod waarbij de gemiddelde over-
ligtijd per schip in een maatgevende week de
drie kwartier niet te boven gaat. De overligtijd
is de tijdsduur van het aantal schuttingen dat
een vaartuig moet wachten als het niet met
de eerstvolgende schutting na aankomst mee-
kan. Men ziet dat de toelaatbare jaarinten
siteit van de sluizen gestaag toeneemt. Dat
komt omdat het gemiddeld laadvermogen per
schip van de passerende vloot geleidelijk