Summaries Het toekomstige beheer van de stormvloed kering De wijze waarop de stormvloedkering in de praktijk zal worden gebruikt is een van de uitgangsgegevens voor het ontwerp. De eisen aan de bewegingswerken worden bijvoorbeeld volstrekt anders wanneer men de storm vloedkering niet tijdens de kentering, maar op stroom wil sluiten. Er is een BARRIER CONTROL-studie opgezet in samenwerking met de Rand Corporation, om alle aspecten van het beheer te bestude ren. In eerste instantie richt de studie zich op het sluiten bij naderende stormvloeden. Het beveiligingssysteem dat dan in werking moet komen wordt thans onderworpen aan een beleidsanalyse. De doorlaatopening in de stormvloedkering Door een interdepartementale werkgroep is een onderzoek ingesteld naar de meest wen selijke grootte van de doorstroomopening in de stormvloedkering waarmee de Ooster- schelde zal worden afgesloten. Bestudeerd zijn een minimaal profiel van 11 500 m2, een middenoplossing van 14 000 m2 en een maxi maal profiel van 20 000 m2. Deze openingen hebben respectievelijk te Yerseke een verti caal getijverschil tot gevolg van 2,30 m, 2,70 m en 3,10 m (het getijverschil bedraagt thans 3,50 m). Uit een oogpunt van veiligheid en hydraulica zijn de drie alternatieven even goed. Voor het behoud van het natuurlijk milieu en de visserij is een grotere doorstroomopening te prefere ren boven een kleinere. Bovendien geldt dat de toekomstige situatie beter voorspelbaar is naarmate het getijverschil meer lijkt op het tegenwoordige. De meerderheid van de commissie adviseert een profiel te kiezen van 14 000 m2. Voortgang van de dijkverhoging langs de Friese kust. De dijk tussen Wierum en Paesens In 1974 is een begin gemaakt met het op Deltahoogte brengen van de Friese zeedijk tussen Wierum en Paesens. In meerwerk werd ook een deel uitgevoerd van het aansluitende dijkvak, tussen Wierum en de Oost-Holwerder- polder. Het lukte om in één seizoen het dijklichaam aan te leggen over 6,2 km. De verzwaring werd uitgevoerd aan de buiten zijde van de bestaande zeedijk. De nieuwe dijk heeft een kruinhoogte tussen N.A.P. 8,30 en 8,80 m. Er werd voor gezorgd dat het historisch gegroede dijktracé zoveel mo gelijk gehandhaafd bleef. Some aspects of the problems connected with the design of the storm-surge barrier in the Easternscheldt The retaining height of the storm-surge bar rier will be adjusted to the design-level of primary water-retaining structures recom mended for the south-western part of the country. In addition, the design-load has to be determined and the probability of mal functioning, whatever the cause may be. Endeavours were made to assess this problem by means of a so-called 'tree of deficiencies'. Right now, this is not feasible as not enough features of the storm-surge barrier are known. Indications about harmonization of the design are now mainly sought by way of the semi- probability method, which first determines the acceptable probabilities of subsidence and subsequently the safety factors. New developments in the design of the storm- surge barrier A further elaboration of the design for the storm-surge barrier in the Easternscheldt has resulted in shorter and less deeply founded piers. They can be manu factured and transported in one piece; the activities in the closure gap that are higly dependent on weather-conditions wil take considerable less time; the risks for personnel will be diminished; the time necessary for the completion of the works will be reduced. The design of the sill has been modified in such a way that the connection of the sill with the piers will be feasible at all times. Design of a catamaran that would put piers and caissons in the proper position For the execution of the design 'piers on 53

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1977 | | pagina 55