Schematische voorstelling van het probleem in een beleids- analytisch model een bepaalde wijze met de stormvloedkering te manipuleren zou men namelijk circulatie stromen in het bekken kunnen opwekken indien dat uit een oogpunt van waterkwaliteit nodig is. Tevens is op deze wijze beïnvloeding van de morfologische ontwikkeling van het Oosterscheldebekken mogelijk. De BARCON-studie richt zich in eerste in stantie op het sluiten bij stormvloeden. Deze situatie heeft namelijk de belangrijkste invloed op het ontwerp van de stormvloedkering. Gekozen werd voor een systeembenadering die zich leent voor beleidsanalytische aanpak. Het systeem dat wordt beschouwd bestaat uit de zee, de stormvloedkering, het Ooster scheldebekken, de dijken en de polders. In de figuur vindt men een schema om de aan pak duidelijk te maken. Doel van de studie is de effecten van het beheer van de storm vloedkering te bepalen op de veiligheid, het milieu, de scheepvaart en de kosten. Er zijn voor het beheer verschillende alternatieven. De consequenties van deze alternatieven worden effecten genoemd. Ter bepaling van de effecten moeten aannamen over het be schouwde systeem worden gedaan. De con dities die men aan het systeem oplegt, zoals de buitenwaterstand en de wind op het bek ken, worden in scenario's vastgelegd. Om een indruk te geven van het werk dat deze beleidsanalyse meebrengt, noemen we tenslotte een paar voorbereidende deelstu dies, die momenteel worden verricht. Om tot een verantwoorde keuze van de scenario's te komen wordt in samenwerking met het K.N.M.I. een studie verricht naar de in de natuur voorkomende extreme stormcondities die leiden tot een bepaald verloop van de buitenwaterstand en de wind op het Ooster scheldebekken. Ten einde inzicht te krijgen in de relatie tussen sluitingsmethode en resulterende bin nenwaterstand bij een gegeven verloop van de buitenwaterstand, wordt een oriënterende studie verricht naar mogelijke sluitingspro cedures voor de stormvloedkering. Ten behoeve van het vaststellen van de aan namen van het systeem wordt een studie verricht naar de relatie tussen enerzijds de waterstand en de wind op hei Oosterschelde bekken en anderzijds de windopzet op het bekken en de golfoploop tegen de dijken langs de Oosterschelde. Nagegaan wordt wat de effecten zijn van bepaalde waterstanden - qua hoogte en duur - en van bepaalde golfoplopen op de veiligheid van de dijken rond de Ooster schelde. Uitgangspunt is daarbij de toestand van de dijken zoals die zal zijn in 1985. Hieruit kunnen mogelijk a priori reeds begrenzingen volgen voor de sluitingsmethoden. Eenzelfde studie wordt uitgevoerd voor de effecten van bepaalde waterstanden op het milieu. Van belang voor de keuze van de sluitings methoden is ook de kwaliteit van de voor spelling van waterstand en wind bij een naderende storm. Hierover is overleg gaande met het K.N.M.I. 30

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1977 | | pagina 32