Onderzoek naar de bestrijding van eutrofie Het overgrote deel van de zoete wateren in Nederland vertoont regelmatig weerkerende of zelfs in het groeiseizoen blijvende algen- bloei. Bij mooi weer en een zachte wind uit één richting vindt dan opeenhoping aan de oevers plaats van drijvende algen. Dit is niet alleen een onaangenaam gezicht, maar het verschijnsel veroorzaakt ook nog een onaan gename geur en heeft een nadelige uitwer king op de levensgemeenschap in het water. De schaduwwerking van alle algen samen is zo groot, dat de meeste onderwaterplanten zich door lichtgebrek niet of nauwelijks kunnen handhaven. De grote roofvissen ver dwijnen van het toneel, mede doordat het water troebel wordt. De witvisstand verliest zijn harmonische opbouw: er blijven in hoofdzaak vele kleine vissen over. Het dierlijk plankton, watervlooien en dergelijke, dat onder meer van algen leeft, kunnen de mas sale bloei niet meer begrazen, ook al omdat ze zelf een grotere kans lopen om opgegeten te worden door de talrijke kleine witvis. Het fijne samenspel dat binnen een levensge meenschap behoort te heersen, het ecolo gisch evenwicht, raakt zo verstoord door de onevenwichtige ontwikkeling van één com ponent. Het is niet alleen de recreant die tot op zekere hoogte last heeft van massale algen- bloei; het oppervlaktewater wordt ook minder geschikt als bron voor drinkwater. Er ont staan problemen bij de bereiding van drink water, er raken filters verstopt en bovendien is er sprake van een nadelige beïnvloeding van de smaak. Het is langzamerhand algemeen bekend, dat als oorzaak van deze onprettige ontwikke- DORDRECHT GROTE RUG 554

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1977 | | pagina 36