verhoging zijn gebaseerd op de ervaring
tot nu toe.
De kosten voor kustverdediging zijn voor
alle alternatieven gelijk. De totale kosten
voor C3 worden geraamd op f 4645
miljoen met een enkele kering, en op
f5145 miljoen met een dubbele kering.
D4: Subcompartimentering van het Zoommeer
is, anders dan bij C3 en A3 niet nood
zakelijk. De kosten van de compartimen-
teringsdammen zijn bij D4 lager dan bij
C3 omdat de sluitingen in stagnant water
kunnen plaatsvinden. De kosten van de
verbetering van het Kanaal door Zuid-
Beveland zijn bij D4 hoger dan bij C3
door het zout-zoet bestrijdingssysteem
bij Hansweert. De voor partiële dijkverho
ging en voor de stormvloedkering opge
voerde kosten betreffen de reeds in
1976 aanbestede werken. De totale kosten
voor D4 worden geraamd op f2135
miljoen.
A3: De kosten van de versterking van de
Oosterschelde zijn geraamd op basis van
het rapport van de Provinciale Waterstaat
Zeeland, aangepast voor de aanleg van
de Philipsdam en de Oesterdam en
geïndexeerd naar het prijsniveau van
eind 1975. De kosten voor partiële
dijkverhoging betreffen evenals bij D4
een bedrag voor de reeds in 1976 aanbe
stede werken en bovendien f25 miljoen
voor het gebied oostelijk van de compar-
timenteringsdammen. De kosten van de
compartimenteringswerken zijn wat hoger
dan bij C3, omdat de dammen en sluizen
als primaire waterkering moeten worden
uitgevoerd en omdat de drempels van de
sluizen een meter dieper komen te liggen.
Bij Wemeldinge zullen in dit geval
vermoedelijk een stormvloedkering en
een schutsluis nodig zijn. De totale
kosten voor A3 worden geraamd op
f 3620 miljoen.
De verschillen met de bedragen die worden
genoemd in het Eindrapport Stormvloed
kering Oosterschelde zijn een gevolg van het
feit dat daarin ook uitgaven zijn opgenomen
over de periode 1 januari 1974-1 januari 1976.
Voor alle alternatieven ligt de piek in 1980.
De kosten voor onderhoudswerk zijn bij
C3 geschat op f 25 miljoen, bij D4 op
f 10 miljoen, en bij A3 op f 15 miljoen.
Werkgelegenheid en economie
De uitgaven voor de Oosterscheldewerken
hebben een directe invloed op de omzet van
de bij de uitvoering betrokken bouwbedrijven
Fig. 10. Verdeling van de uit
gaven over de jaren
en op de werkgelegenheid in Zeeland,
westelijk Noord-Brabant en zuidelijk Zuid-
Holland; zowel op de bouwplaats als bij de
directe toeleveringswerkplaatsen, bijvoorbeek
constructiewerkplaatsen die de stalen onder
delen van sluizen leveren. Het blijkt dat C3
voor 26 590 manjaren, D4 voor 11 920 en A3
voor 18 000 manjaren werkgelegenheid zorgt.
Bij C3 wordt de werkgelegenheid vooral be
vorderd in de metaalsector en bij D4 en A3
vooral in de grond- en waterbouwsector.
De totale gevolgen voor de werkgelegenheid
bestaan, behalve uit de hiervoor genoemde
directe effecten, ook uit de effecten van de
door de omzetvermeerdering ontstane vraag
bij andere bedrijven. Met behulp van een
model van de Nederlandse economie op
basis van 'input-output' tabellen van 1972 van
het CBS, wordt de totale werkgelegenheid als
gevolg van C3, D4 en A3 geschat op respec
tievelijk 34 600, 15 500 en 23 500 manjaren.
Bovendien doet zich bij C3 een afgeleid effec
voor. Het niveau van de Nederlandse kennis
inzake waterbouwkundige werken zal ten
gevolge van de bouw van een stormvloed
kering in de Oosterschelde sprongsgewijs
vooruitgaan. Een omzetstijging van 20% in
Nederland zou als gevolg van de verkregen
know how een winst aan toegevoegde waarde
van f 100 miljoen per jaar en werkgelegenheio
van tenminste 1000 arbeidsplaatsen bete
kenen. (Scorekaart 11).
Gevoeligheidsanalyse
In de gevoeligheidsanalyse zullen we nu
onderzoeken in hoeverre andere aannamen
en/of scenario's tot essentieel andere
effecten van de verschillende alternatieven
438