be ekent een experiment met een meer
dyamische vorm van inrichting, waarbij
ge >ruik wordt gemaakt van de wind
bij de vorming van het reliëf en waarbij
sti ifschermen en inplant voor het merendeel
slt chts een correctieve functie bij de duin-
or wikkeling hebben. Door de wind te laten
sf ?len met het aangebrachte zand, kan
in ners een meer natuurlijk reliëf ontstaan,
ei van dit reliëf, tezamen met een min of
m ;er spontane ontwikkeling van de vegetatie,
k n dan uiteindelijk een waardevoller duin
landschap worden verwacht.
Z >'n landschap kan echter alleen stand-
li iuden wanneer het aanbod van het zand
v naf het strand naar de duinen tenminste
g ilijk is aan het door het water en de wind
v roorzaakte zandverlies. Of anders gezegd:
e zal over een zekere meerjarige periode
1. Situatie
2 Afwerking van de bekleding
een aanvaardbaar dynamisch evenwicht
moeten optreden in de zandbeweging tussen
duin en strand. Maar dit evenwicht is weer
van vele factoren afhankelijk, zoals van de
vorm, de breedte en de hoogteligging van
het duin en het strand, van de invloeden
die het verticale en het horizontale getij en
de golfbeweging uitoefenen op de duin- en
de strandprofielen, van de sterkte en de
tijdsduur van de heersende windrichtingen
ten opzichte van het duin en het strand, van
de stuifgevoeligheid van het zand, en zo meer.
Toen dan ook in principe was besloten om
het nieuwe duingebied op meer dynamische
wijze tot stand te laten komen, kwam direct
de vraag naar voren van welke situatie zou
moeten worden uitgegaan: een zeker zand-
profiel op de gemaakte duinverdediging mét,
dan wel zonder verhoging van het naast
liggende strand. Om een aanvaardbare keuze
te kunnen bewerkstelligen werden beide
mogelijkheden nader uitgewerkt. Het aan-
vangsprofiel voor het nieuwe duin met
strandverhoging is verkregen door het
strandprofiel vanaf de laagwaterlijn op
N.A.P. - 1,40 m onder een helling van 1 25 a
1 30 te iaten oplopen naar N.A.P. 3,50 m
a N.A.P. 4 m en vandaar onder een helling
van 1 2 - in verband met de inplantingen
kan het niet steiler - een duinprofiel te
vormen tot N.A.P. 14 m aan de oostelijke
en tot N.A.P. 19 m aan de westelijke
beëindiging van de duinverdediging. Zo werd
aan de zeezijde van het bestaande duin een
tweede kamlijn gevormd, die met enige
variaties in hoogteligging min of meer
parallel loopt met de bestaande duinkam.
In de dwarsrichting werd hierdoor ook een
STUIFSCHERM VAN
RUSHOUT IN
LENGTERICHTING
ASFALTBETON I*:x:x-x-x4 ZANDASFALT l**xx.xx| STORTSTEEN SSSCCfl ONTGRAVING OPHOGING STRAND
375