W nneer de Oosterschelde met een storm-
vl< edkering zal zijn afgesloten, gaat de
w; terloopkundige en hydrografische situatie
in het Oosterscheldebekken en het aangren-
zt ide kustgebied veranderen. Het getijregiem
verandert, en hoge stormvloeden en de daar-
m ;e gepaard gaande golfbeweging zullen tot
d< verleden tijd behoren. Deze wijzigingen
zi Men als gevolg hebben dat er veranderingen
o: treden in het erosie- en sedimentatieproces.
I de metingen van de afgelopen 100 jaar kan
v\ rden afgeleid dat in het Oosterschelde-
b kken de erosie steeds groter is geweest
d n de sedimentatie. Tegelijkertijd werd de
oi derwaterdelta verder zeewaarts uitgebouwd.
B de studie van de gevolgen van de bouw
v: i de stormvloedkering voor de morfologie
in het Oosterscheldebekken wordt gebruik
g< maakt van het hydraulisch model M 1000,
het ééndimensionale getijmodel Implic en het
tweedimensionale getijmodel RD II. De in
Bericht 74 (november 1975) beschreven twee
dimensionale getijmodellen RD II en Scheldes
zijn thans echter nog niet gereed om situaties
met een stormvloedkering door te rekenen.
Er zijn al wel berekeningen mee mogelijk voor
de huidige situatie en voor een toestand
waarbij de Oosterschelde wordt afgesloten
volgens het oorspronkelijke Deltaplan.
Als gevolg van de bouw van de stormvloed
kering en van de compartimenteringsdammen
zijn niet alleen wijzigingen mogelijk in het
erosie- en sedimentatieproces, maar men kan
bovendien veranderingen verwachten in het
geulenpatroon, die gepaard kunnen gaan met
oevererosie. Omdat zulke processen zich ook
in de afgelopen eeuw hebben voorgedaan,
lijkt het van belang om met name op deze
313