een spreiding van ongeveer 30 graden naar beide kanten. In hoeverre kunnen de gegevens van de meetopstellingen OS IV en OS IX represen tatief worden geacht voor de golfbeweging in respectievelijk de Hammen, De Schaar van Roggenplaat en De Roompot? Onderzoek naar deze vraag is nog gaande, en een antwoord zal pas over enige tijd gegeven kunnen worden. Uit enkele zeer globale aanwijzingen wordt voorshands geconcludeerd, dat de gegevens van de OS IV representatief zijn voor de golfbeweging in de Hammen en De Schaar van Roggenplaat, terwijl de gegevens van de OS IX onder extreme omstandigheden tot wat lagere waarden leiden dan wanneer er geme ten zou zijn in het midden van De Roompot. Om de ontwerpcondities van de stormvloed kering te kunnen bepalen voorzover ze samenhangen met de golfbeweging is het noodzakelijk om analyses te maken van het gedrag van de golven tijdens stormen. Uit bestudering van de stormgegevens kon worden geconcludeerd dat de meeste relatie die bij lagere golven gelden ook dan hun geldigheid behouden. Voor wat betreft de golfrichtingen bij zeer zware stormen waren echter geen voldoende betrouwbare gegevens bekend. Om een schatting te maken van de golfhoogte die tijdens een zeer zware storm kan voorkomen was men aangewezen op meetgegevens die gedurende een periode van nog geen jaar waren verkregen. Een extrapolatie vanuit zulle gegevens naar gebeurtenissen die gemiddelc eens per 1000 of 10 000 jaar kunnen voor vallen, levert natuurlijk slechts een vrij grove schatting op. 304

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1976 | | pagina 10