nt, toch tijdig over voldoende resultaten te
nnen beschikken.
halve een coördinerende taak heeft de
:tadienst bovendien ook een eigen weten-
iappelijke inbreng bij het milieu-onderzoek,
zal al duidelijk zijn wanneer men bedenkt
ezeer de milieus waar het hier om gaat, be-
ioed worden door het water en de water-
pkundige processen waaraan het onder-
vig is. Kennis en onderzoek van het water
zijn dynamica onder invloed van vooral
ijkrachten en wind maar ook van bijvoor-
jld verschillen in soortgelijk gewicht
gevolge van verschillen in zoutgehalte,
inis ook van de mogelijkheden om waar
iig deze krachten in de gewenste banen te
ien en te houden, vormt de basis waarop
milieu-onderzoek in het Deltagebied
elt. Deze vraagstukken hadden en hebben
dan ook de ruime aandacht die zij verdienen.
In deze Berichten werd hier ook aandacht aan
besteed; zo moge worden herinnerd aan twee
artikelen in Bericht 62 (november 1972) over
de golfbeweging op de afgesloten Delta
wateren en over de methoden die toegepast
kunnen worden om de oeverranden in de
meren tegen afslag te beschermen, voorts
naar een artikel in Bericht 71 (februari 1975)
betreffende het interne windeffect op afge
sloten bekkens, naar een artikel in Bericht 65
(augustus 1973) betreffende de natuurlijke
en kunstmatige stratificatie in het Grevelin-
genmeer, en naar verscheidene artikelen
waarin wordt bericht over het geregelde
waterkwaliteitsonderzoek en de studies en
proeven om die kwaliteit te verbeteren.
Maar behalve dit onderzoek naar het a-bio-
tische deel van de ecosystemen levert de
Het onderzoek naar het milieu
omvat drie hoofdonderdelen:
aquatisch, terrestrisch en
geo-chemisch milieu-onderzoek.
Het geo-chemisch onderzoek
betreft vooral de sliblaag op de
grens van bodem en water in de
bekkens
229