De verdere ontwikkelingen in het ontwerp van de caissons en hun afsiuitmiddelen onderzoek naar de caissons in de storm- dkerina van de Oosterschelde en naar Jaarin op te nemen beweegbare afsluit- delen is, zoals in het vorige Bericht ver- d werd, in eerste aanleg uitzonderlijk ed opgezet. Alle denkbare oplossingen den in de eerste studieperiode snel ver- id; al spoedig bleven drie typen caissons drie typen schuiven over als opvallend ^Ibelovender dan de overige. ontwikkelingen in het ontwerp van de ssons en hun afsiuitmiddelen zijn echter g niet afgesloten, en tot een bepaalde ize is het nog niet gekomen. Het is in dit dium zelfs niet uitgesloten dat er alsnog ossingen van een ander type in aanmer- g komen voor nader onderzoek. De pro- men die zich bij het verdere onderzoek i de drie typen caissons - de open bak, e halve bak en de venturivorm - en drie 'f en schuiven - roosterschuif, hefschuif en >1 leppen - en hun verschillende mogelijke c ibinaties nog zullen voordoen, zouden ic erdaad kunnen leiden tot het zoeken naar 0 andere varianten. Dat zou vooral kunnen e jeuren wanneer de onderzochte typen grote ie eilijkheden zouden gaan opleveren bij bij- j rbeeld de vormgeving van de sluitgaten, de ii rmingen over de drempel zowel tijdens 1 na het plaatsen, of het plaatsen zelf en t daarbij voorkomende manoeuvres. Voors- e ids is het verder onderzoek echter beperkt de hier genoemde typen. In dit artikel ;en uitgaand van deze varianten nadere bedelingen worden gedaan over de ver- ïillende mogelijkheden die bestaan voor vormgeving van de sluitgaten en in ver- nd daarmee van de vorm en de afmetingen n de caissons en het type afsiuitmiddelen. ge maanden geleden zijn, om een inzicht <rijgen in de kostengevoeligheid en de nningsproblemen, binnen dit raam zeer baal een zeer groot aantal ontwerpva- ten bekeken. Hierbij werd uitgegaan van verschillende wintersluitgatvormen, die kleinere of grotere inbaggeringen in de u, ige sluitgaten vergden, i eze profielen konden drie verschillende caissontypen geplaatst worden, terwijl de sluitgaten tevens door middel van tunnels, blokkendammen of tijdelijke caissons horizon taal vernauwd konden worden. Als afsiuitmiddelen in de caissons werden de drie eerdergenoemde typen beproefd, alle zowel enkel als dubbel uitgevoerd. Het werd dus een globaal onderzoek van niet minder dan 360 varianten. Dit onderzoek gaf enige aanwijzingen betreffende het verband tussen het doorstroomprofiel en de kosten van de verschillende onderdelen, zoals het beton, de bewegingswerken, de natte werken en dergelijke, en leverde dus ook inzichten op inzake het verband tussen het doorstroompro fiel en de totale kosten van de afsluiting. Deze gegevens waren nodig om het ontwerp een bepaalde richting uit te sturen. Zo bleek het gebruik van hefschuiven een aantrekkelijk alternatief, zeker als een dub bele kering toegepast moet worden. Ook bleek, wat trouwens voor de hand ligt, dat de kosten toenemen naarmate het uiteindelijk doorstroomprofiel toeneemt. De studie was zo opgezet dat in één variant alle drie de in beschouwing genomen afsiuitmiddelen ge plaatst konden worden. Als er roosterschuiven werden toegepast, resulteerde dat in ver mindering van de effectieve doorstroom- opening met 50%; hefschuiven hadden daar entegen geen vernauwing van de door- stroomopeningen tot gevolg. Eén variant is onderzocht op zijn mogelijk heden bij het minimale profiel dat nodig is om te Yerseke een tijverschil te behouden van 2,30 m, bij compartimenteringsmodel C3. Omdat deze oplossing aantrekkelijk leek, besloot men de studie voortaan vooral op deze situatie te richten. 181

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1975 | | pagina 19