Tl I
r-rhn i Trm
diep ligt. Het zal dan ook noodzakelijk zijn,
het eigen gewicht van de caisson in principe
laag te houden, en het nodige extra gewicht
na de plaatsing pas aan te brengen met be
hulp van ballast.
Daarnaast zal ook rekening moeten worden
gehouden met ijsbelasting; men mag wel aan
nemen dat die niet gepaard zal gaan met
maximale golfbelasting.
Over de stormvloedkering moet tenslotte ook
nog een verkeersweg kunnen worden gelegd
van tenminste twee, later mogelijk vier rij
banen.
Voorlopige selectie: drie typen
Toen een bepaalde drempelhoogte als rand
voorwaarde was ingevoerd kon het aantal te
beschouwen caissonontwerpen worden terug
gebracht tot aanvankelijk vier principieel
verschillende doorstroomoppervlakken.
Als eerste noemen we de zogenaamde 'open
bak'-constructie, die de lengtekokers onderin
heeft liggen, en aan de bovenkant een vrije
waterspiegel heeft.
Bij het tweede type treft men een laaggelegen
en een hooggelegen koker aan, die door
wanden aan elkaar zijn verbonden.
Door de boven- en onderkoker niet recht
hoekig uit te voeren, maar met een hellend
boven- en ondervlak, ontstaat er voor de
doorstroomopening een venturi-vorm, die zo
als men weet bij een betrekkelijk kleine
opening een betrekkelijk grote afvoercapaci-
teit heeft. Dan was er nog een caisson met
een zware vloer beneden en de kokers boven
in en een caisson met onderin een zware
vloer en bovenin een vrije waterspiegel.
De oorspronkelijke Oosterschelde-caisson,
met stalen of betonnen verstijvingsdiagonalen
in de lengterichting viel als mogelijkheid af,
omdat met diagonalen onvoldoende door-
stroomoppervlakte werd bereikt. De diago
naalconstructie zou bovendien veel problemen
van uitvoeringstechnische aard opleveren;
en dan heeft ze nog het nadeel dat de
ballastruimte ontbreekt.
De verschillende ontwerpen zijn getoetst aan
een aantal randvoorwaarden, zoals golf
belasting en doorstroomprofiel. Uit dit labora
toriumonderzoek bleek onder andere dat het
de voorkeur verdient de bovenkoker achter de
schuif te plaatsen, zulks in verband met de
verticale golfbelasting die dan niet op de
bovenbak aangrijpt. Omdat het aantrekkelijk is
de schuif in het midden te plaatsen, verkreeg
het type met de laag- en hooggelegen kokers
hierdoor de naam 'halve bak'. De voorlopige
selectie leidde tot voorkeur voor een drietal
typen. Het moet natuurlijk niet uitgesloten
NOORDZEEZ'JDE
OOSTERSCHELDEZ'JDE
Fig. 6. De drie hoofdontwerpen
voor de stormvloedkerende
caissons. Van links naar rechts
de open bak, de halve bak en
de venturivorm
worden dat de Stucos nog voorstellen zal
doen ter aanvulling van deze drie hoofdtypen.
Maar op het ogenblik overweegt men alleen
de open bak, de halve bak en de venturi
vorm. Laten wij ze wat nader bekijken (fig. 6).
De open bak bestaat uit een laaggelegen
kokerconstructie met daarop vrijstaande
wanden. Tussen de wanden staan de
schuiven. De bovenzijde van de schuiven ligt
op N.A.P. 5,30 m, de vereiste keerhoogte.
De schuiven dienen dus het verval over de
gehele keerhoogte te keren, waardoor een
hoge schuifconstructie ontstaat.
Voor de caissons in het diepe deel van de
Roompot vereist dit schuiven met een hoogte
van ongeveer 25 m. Door de kerende hoogte
van de caisson niet hoger te maken dan de
mogelijk optredende stormvloedstand zal men
de grootte van de totale horizontale golf-
122