Onderzoek naar de mogelijkheid
van bodemverdichting in de
sluitgaten van de Oosterschelde
3ij het funderingsonderzoek voor de storm
vloedkering in de Oosterschelde worden
studies verricht naar de kwaliteiten en de
uitvoeringstechnische problemen van twee
alternatieve funderingsmethoden: een fun
dering op palen en een niet onderheide
fundering, 'op staal', zoals men dat noemt.
Kiest men het laatst genoemde funderings
type, dan hangt de standzekerheid van de
caissons af van de kwaliteit van de drempels
waarop zij moeten worden geplaatst en de
condities van de ondergrond ten opzichte van
de belastingen die uiteindelijk naar de
drempels en de ondergrond moeten worden
overgebracht.
Deze belastingen zijn de steeds variërende
resultaten van het eigen gewicht van de
caissons en de uitwendige krachten die op de
caissons werken: de hydrostatische druk, de
tuasi-statische en de dynamische golfbelas-
iingen en de ijsdrukken.
Onder invloed van deze belastingen treden
belangrijke spanningswisselingen in de onder
grond op, hetgeen onder bepaalde omstandig-
heden kan leiden tot verweking van de grond
onder de drempel. Hierdoor verliest de grond
zijn draagkracht zodat de caissons verzakken.
Deze problemen, die reeds bij de caisson
afsluitingen van het Veerse Gat, het Volkerak
en het Brouwershavense Gat zijn onderkend,
waren aldaar om elders uiteengezette redenen
van minder grote betekenis dan bij de bouw
van de stormvloedkering in de Oosterschelde.
Daarom moet hier, belangrijk meer dan bij de
vroegere afsluitingen, aandacht worden be
steed aan de kwaliteit van de drempels en
van de bodem en aan de wijze waarop die
zouden kunnen worden verbeterd.
Nu worden de grondmechanische hoedanig
heden van de Oosterscheldebodem in ver-
scheidenen rapporten die daarover in het
recente verleden zijn uitgebracht slecht ge
noemd, in die zin dat in de sluitgaten grote
delen van de bodem gevoelig zijn voor ver
weking.
Voorts is uit globale berekeningen gebleken
dat de zettingen, afgezien nog van eventuele
verweking van de bodem zullen liggen in de
orde van 50 tot 100 cm. Deze waarden worden,
in combinatie met de te verwachten zettingen
in de drempel, ontoelaatbaar groot geacht.
Om de hoedanigheid van de ondergrond te
verbeteren is in ons land reeds eerder een
methode van grondverdichting toegepast,
waarbij door middel van trillen of stampen
zoveel energie aan het grondpakket wordt
toegevoegd, dat er een herschikking van het
bodemmateriaal plaatsvindt. De bodemdicht
heid neemt dan toe en er ontstaan meer aan
rakingspunten tussen de grondkorrels. De
samenhang tussen de bodemkorrels wordt
daardoor zodanig vergroot dat het grond-
pakket beter in staat is aan de uitwendige
krachten weerstand te bieden. In grond
mechanische termen vertaald: door de ver
dichting neemt de hoek van inwendige
wrijving tussen de korrels toe, en de samen
drukbaarheid van de grond dientengevolge af.
Afhankelijk van het effect van de grondver
dichting kunnen de zettingen worden beperkt
tot 10 a 30 van de oorspronkelijke waarden.
Indien de dichtheid van de grond daarbij
groter is dan de kritieke dichtheid wordt het
gevaar van verweking aanzienlijk verkleind.
Enige methoden van verdichting, door middel
van het opwekken van trillingen in de onder
grond zijn reeds eerder in deze Berichten
99