leg van een nieuw Kanaal door Zuid-Beveland,
ter hoogte van Waarde, op de Westerschelde
aantakkend en uitmondend ten oosten van de
Oesterdam, het zogenaamde Waardekanaal
(fig. 3). Dit advies werd voor wat betreft de
wijze van afsluiting van de Oosterschelde
door de Regering overgenomen in haar uit
eindelijke beslissing, die op 9 november 1974
aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal en aan de Provinciale Staten
van Zeeland werd medegedeeld. Daarbij werd
aangetekend dat ten aanzien van de wijze van
compartimentering en over de eventuele
aanleg van een Waardekanaal nog nader
met de provincie Zeeland overleg zou
worden gepleegd. Deze Regeringsbeslissing
werd door de Tweede Kamer na debatten
op 19 en 20 november aanvaard.
Er werden echter enige ontbindende voor
waarden aan deze beslissing verbonden;
wanneer de afsluiting met permanente
stormvloedkerende caissons technisch niet
realiseerbaar blijkt of niet omstreeks 1985
kan worden verwezenlijkt, ofwel wanneer de
kosten van deze afsluiting de thans
geraamde kosten wezenlijk te boven gaan,
dan gaat deze afsluiting niet door, en wordt
de afsluiting verwezenlijkt volgens het oor
spronkelijke Delta-plan.
zullen artikelen verschijnen betreffende het
laboratoriumonderzoek dat uitgevoerd wordt
in verband met de hydraulische en de grond-
mechanische problemen. Voorts zal worden
gerapporteerd over de stand van zaken met
betrekking tot de mogelijkheden tot bodem
verdichting van de ondergrond waarop de
fundering van de caissons zal moeten komen
te rusten.
De minister verklaarde zich bereid de resul
taten van de studies samenhangend met de
bouw van de afsluitbare dam te zijner tijd
aan de Staten-Generaal te doen toekomen.
Ook heeft de minister binnen een jaar een
interimrapport terzake van de Rijkswaterstaat
in het vooruitzicht gesteld. Daarnaast zullen
in deze Berichten regelmatig mededelingen
worden gedaan. In het eerstvolgende Bericht