Berekening van het interne windeffect op afgesloten bekkens De invloed die de wind uitoefent op een watervlak waar hij langdurig overheen strijkt, komt vooral tot uiting in golfbewegingen aan de oppervlakte van dat water, waterstands veranderingen en waterstromingen. In dit artikel wordt niet de golfbeweging besproken, maar de twee laatstgenoemde windeffecten. Men noemt een windeffect extern wanneer de waterbeweging op een bepaald stuk water verandert onder invloed van de windkracht elders, bij voorbeeld op zee; men noemt ze intern wanneer er verschijnselen optreden tengevolge van de windkracht in het gebied zelf. Voldoende kennis van allerlei windeffecten is een onmisbare voorwaarde voor de veiligheid van het zeeweringenstelsel. Men moet immers zowel op lange termijn als op zeer korte termijn kunnen voorspellen wat voor wind krachten er kunnen optreden, en wat de uit werking ervan zal zijn op de waterbeweging. Bij degenen die geïnteresseerd zijn in de gevolgen die de wind kan hebben voor waterstromingen, hebben zich recentelijk de milieu-deskundigen gevoegd. Juist deze groep stelt veel belang in interne windeffecten in afgesloten bekkens, waardoor de vermenging van waterlagen in zulke bekkens kan worden bewerkstelligd en daarmee aan een voor waarde voor een goed kwaliteitsbeheer van het water tegemoetgekomen. De te verwachten invloed van de wind op de waterbeweging is ook een factor van belang bij het ontwerpen van compartimenterings plannen voor de Oosterschelde; bij iedere compartimentering zal ook de windinvloed anders zijn. De berekening van interne windeffecten - waar dit artikel meer bepaald over gaat - geschiedt altijd aan de hand van modellen. Welke resultaten men krijgt, hangt voor een groot deel af van het model dat men hanteert. Voor we nu een aantal van de tegenwoordig gebruikte modellen de revue laten passeren, is het nodig eerst een paar begrippen te definiëren. De waterstand na eliminatie van de golfbeweging wordt de gemiddelde water stand genoemd. De gemiddelde waterstands verhoging die in een punt optreedt tengevolge van de wind wordt windopzet genoemd, en het tegenovergestelde verschijnsel windafzet. In een afgesloten bekken waar een constante wind overheen strijkt, zullen ook punten zijn waar de waterstand noch omhoog noch omlaag gaat. De lijn door deze punten heet de zwaartelijn; wat hoogte betreft stemt hij overeen met de gemiddelde waterstand. Modellen De modellen, waarmee men de waterbeweging onder invloed van de wind tracht te benade ren, zij van drieërlei aard. Men kent mathematische modellen, hydrau lische en analoge modellen. Onder de term mathematisch model verstaat men de wis kundige beschrijving van het verschijnsel met behulp van formules en het oplossen van de daarbij gehanteerde vergelijkingen. Er zijn één-, twee- en driedimensionale mathema tische modellen. Bij de ééndimensionale modellen wordt het beschreven gebied - een meer, een zeearm, of iets dergelijks - gesche matiseerd tot een samenstel van geulen, alle met een verondersteld rechthoekig dwars profiel. De waterbeweging over ondiepten en zandplaten wordt in deze modellen verwaar loosd. Met behulp van deze modellen kan men de waterstandsveranderingen berekenen die in de geulen optreden bij een veronder steld permanent windveld, dat wil zeggen een wind van over het gehele gebied gelijk blijvende snelheid en richting, die ook in de tijd niet veranderen. Verder berekent men met dit model de gemiddelde stroomsnelheden in het dwarsprofiel van de geulen. Het voordeel van deze methode is daarin gelegen, dat ze voor niet te grote gebieden vrij eenvoudig met de hand kan worden uit gevoerd. Daartegenover staan echter nadelen. De sterke schematisering brengt mee dat de berekende waterstanden nog wel eens belang- 50

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1975 | | pagina 52