|.yjs
door extrusie fabriceren van een film, het
snijden van de film in stroken, het ver
strekken, het fibrileren of vervezelen van de
filmstroken en tenslotte het twijnen van de
vezels tot garens. Bij het extruderen wordt
de kunststof verwarmd en met behulp van een
schroef door een mondstuk geperst en daarna
gekoeld. Bij het verstrekken worden de poly-
propeenmoleculen in de lengterichting van de
stroken gerangschikt, waardoor de kunststof
in die richting aanzienlijk sterker wordt. In
de andere richting wordt hij dan veelal
zwakker. De filmstroken worden bij het ver
strekken in een oven verwarmd tot een tem
peratuur iets onder het verwekingstraject van
145 °C tot 150 C. Men verstrekt het mate
riaal door de kunststof sneller uit de oven te
trekken dan in te voeren. De verstrekverhou-
ding, dat is de verhouding van de invoer-
snelheid en de uitvoersnelheid, ligt tussen de
1 16 en 1 :12.
Op weefmachines worden de garens daarna
verwerkt tot het polypropeen kunststoffilter.
De dikte van de garens en de dichtheid van
het weven bepalen in hoofdzaak de water
loopkundige eigenschappen zoals de water-
doorlatendheid en de zanddichtheid van het
kunststoffilter. In de bestekken van de Ooster-
scheldewerken zijn voor de daar toe te passen
polypropeenweefsels keuringseisen voor
geschreven, waarin het minimale gewicht van
de filterdoeken, hun zanddichtheid en water-
doorlatendheid worden omschreven.
33