zijdelings een goed uitzicht op beide uitge
klapte armen en kan onder meer worden
gecontroleerd of de armen loodrecht staan
op lengteas van het vaartuig.
Als bodemregistratieapparatuur heeft men in
de 'Wijker Rib' een in Duitsland ontwikkelde
computergestuurde bodembeschrijver ge
plaatst. De apparatuur bestaat uit een plano-
echograaf, een dieptelijnschrijver en een
profielechograaf. De plano-echograaf geeft
een veelvoud van naast elkaar geschreven
profielen in de vaarrichting van het schip op
een 86 cm breed registratiepapier, schaal
1 100. De meetbereiken zijn 0-40, 10-50 of
20-60 m. Het papiertransport bedraagt
3 of 6 cm/min. Omdat er 48 bodemregistraties
binnenkomen worden terwille van overzichte
lijkheid de registraties van twee naburige
osciliatoren tot één lijn samengevoegd, zodat
er vierentwintig profielen op het registratie
papier ontstaan. Alle osciliatoren blijven
echter registreren, zodat bij een groot diepte-
verschil een tweede lijn zichtbaar wordt,
waarvan vrij eenvoudig het bijbehorende
oscillatornummer kan worden bepaald.
De dieptelijnschrijver registreert dieptelijnen
op 20 cm breed registratiepapier. Met instel-
knoppen kan van te voren bepaald worden
welke dieptelijnen men wenst, en met welke
interval. De computer berekent ook de waar
den tussen de gekozen dieptelijnen en arceert
de omringende gebieden overeenkomstig de
ingestelde diepteschaal. De profielechograaf
tenslotte registreert zodra men dat wenst een
over alle 48 osciliatoren gemeten profiel
dwars op de vaarrichting op een 20 cm breed
registratiepapier. Tijdens het schrijven van
een dwarsprofiel - dat duurt ongeveer 0,8 sec
- worden de lengteprofielen even onder
broken; in de registratie daarvan ontstaat dus
een kleine opening, waarin gelijktijdig het
nummer van het dwarsprofiel wordt geno
teerd, overeenkomende met het nummer op
de profielechograaf.
Het gehele systeem werkt met uitgezonden
impulsen van 100 KHz. De osciliatoren ont
vangen alle gelijktijdig een zendimpuls, met
een frequentie van 6 impulsen per sec. In
één van de armen is ook een horizontale
akoestische ijkstrook aangebracht die tijdens
het loden in werking is en als ijkmaat op het
registratiepapier van de plano-echograaf
zichtbaar wordt.
In tegenstelling tot de 'Krabbe', waar voor de
plaatsbepaling nog gebruik gemaakt werd
van optische middelen, heeft de 'Wijker Rib'
voor de plaatsbepaling een puls-radarzender
aan boord, die op de wal geplaatste reflec
toren activeert.
De tijd die verloopt tussen het moment van
uitzending aan boord en de ontvangst van het
signaal van een reflector dient als basis voor
het bepalen van de afstand tot het baken.
Men meet aan boord steeds de afstand tot
twee bakens die op vast ingemeten punten
worden opgesteld, en daaruit is de positie van
het vaartuig af te leiden.
Het systeem werkt op de zeer hoge frequentie
van 5500 MHz, en volgt derhalve hetzelfde
gedragspatroon als licht. Dit houdt onder
meer in dat de zendeenheid de walbakens
moet 'zien' met andere woorden, dat er geen
ondoorzichtige obstakels mogen staan tussen
zender en reflector.
Het systeem werkt in normale omstandig
heden tot op een afstand van ongeveer 20
zeemijlen, met een waarschijnlijke fout van
1 a 3 m plus of min.
Doordat steeds twee afstanden bekend zijn is
het mogelijk om het vaartuig iedere gewenste
koers te laten varen. Het tijdrovende uitzet-
werk aan de wal kon daarmee dus vervallen.
In de stuurhut van het vaartuig is bovendien
een zogenaamde Left-Right Indicator ge
plaatst, die het vaartuig op de ingestelde
koers houdt. Op dit apparaat zijn twee meet
bereiken aangebracht die een eventuele zijde
lingse uitwijking kenbaar maken.
Het plaatsbepalingssysteem is verder aan
gevuld met een calculator, een plotter en
cassette-recorder.
Met behulp van deze apparatuur kunnen aller
lei peilprogramma's met gegevens over
schaal, grootte van het gebied, coördinaten
en koers van te voren worden 'ingetikt', terwijl
op de plotter onder meer de berekende raaien
en werkelijk gevaren raaien zichtbaar ge
maakt worden.
23