125 cm zijn op een diepte van 1,40 m onder het wateroppervlak in deze armen oscilla- toren geplaatst, in het geheel 40 stuks. In het vlak van het schip zijn op gelijke hoogte nog eens acht oscillatoren ingebouwd. De 48 oscillatoren samen bestrijken aldus een breedte van 60 m. Aan bodemkartering over zo'n grote breedte ineens hecht men grote waarde, vooral in de brede Zeeuwse wateren. Het waterloopkundig onderzoek in de Ooster- schelde bijvoorbeeld kan er aanzienlijk door worden versneld. Met een vaartuig als de 'Wijker Rib' kan men ook in één vaart lengte opnamen maken van het bodemprofiel van kanalen als het Schelde-Rijnkanaal, en zo op korte termijn beoordelen of er, en zo ja, waar baggerwerk noodzakelijk is om de vaar geul op diepte te houden. Op het ogenblik is de 'Wijker Rib' in zijn inwerk- en proefperiode. Wanneer die achter de rug is zal het meet- schip allereerst aan het werk gaan in de sluitgaten van de Oosterschelde. Zowel de uitvoerende dienst als het Waterloopkundig Laboratorium zullen gebaat zijn bij exacte en recente informatie over de toestand van de aangebrachte bodembeschermingen en drempels in dit gebied. Om de 'Wijker Rib' geschikt te maken als meetvaartuig werden behalve de meetarmen nog een aantal andere voorzieningen aan gebracht. Naast de twee reeds aanwezige hoofdmotoren van 300 pk werden nog twee Schottel Navigator-motoren geplaatst, een van 550 pk voorin en een van 250 pk. De voorste van de toegevoegde motoren is zo geplaatst, dat de registratieapparatuur niet kan worden beïnvloed door hinderlijk schroef- water. De achterste is vóór de beide hoofd motoren aangebracht. De twee hulpmotoren Registratie van de door een computer gestuurde plano- echograaf maken het schip beter manoeuvreerbaar, zo dat gemakkelijker raaien kunnen worden gevaren. Met alle motoren bij loopt het vaar tuig zo'n 12 mijl/uur met de armen aan boord. De opnamesnelheid met de beide armen dwars uitgeklapt bedraagt ongeveer 2 a 3 m sec. Aangezien diepteregistraties de hoogste nauwkeurigheid eisen spreekt het vanzelf dat er ten aanzien van de werkbaarheid van het schip beperkingen zijn, wat wind en golf hoogte betreft; ook dwars op het vaartuig staande stroomsnelheden beperken de werk baarheid. De ingebouwde diepte- en plaatsbepalings- apparatuur is onmiddellijk achter het bestaan de verhoogde voordek van het vaartuig in een meethut geplaatst. Van hieruit heeft men 22

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1975 | | pagina 24